Bisoprolol zijn geneesmiddelen behorend tot de groep bètablokkers die ervoor zorgen dat de hartslag vertraagt, de bloeddruk wordt verlaagd en de zuurstofbehoefte van het bloed vermindert.
Door Bisoprololgaat het hart minder hard pompen en worden de bloedvaten wijder. Hierdoor daalt de bloeddruk en heeft het hart minder zuurstof nodig.
Bisoprolol komt in tabletten van 2,5 en 5 mg. Uw arts schrijft u de juiste dosering voor. Neem het tablet in met een half glas water en slik zonder te kauwen door. U kunt de dosis het beste dagelijks en bij voorkeur in de ochtend innemen. Als u een dosis vergeet, doe dan het volgende: duurt het nog meer dan 8 uur tot uw volgende dosis, neem de dosis dan alsnog in. Is de tijd korter, sla de dosering dan over. Het effect van Bisoprolol wordt na 6 weken bereikt.
Als u overgevoelig bent voor een van de bestanddelen in Bisoprolol dan moet u dit middel niet gebruiken. Overleg met een arts over het gebruik als u lijdt aan een auto-immuunziekte, als u een hartafwijking hebt, COPD, psoriasis of een andere ernstige aandoening.
Pas op met pijnstillers van het NSAID type, zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac. Zij verminderen de werking van Bisoprolol. Gebruikt u insuline, wees dan extra alert. U voelt een hypo minder snel aankomen. Geef dit aan uw omgeving door. Gebruikt u medicijnen tegen een vergrote prostaat, dan kunt u duizelig worden.
Bisoprolol vermindert het effect van epinefrine. Dat kan gevaarlijk zijn bij ernstige allergische reacties waarbij een epinefrine-injectie nodig is. Bespreek dit altijd met uw arts.
Wees zeer matig met het drinken van alcohol. Alcohol verwijdt de bloedvaten, u kunt duizelig worden. Gebruik Bisoprolol niet tijdens de zwangerschap of het geven van borstvoeding. U mag gewoon autorijden, tenzij u duizelig bent. Stop nooit zomaar met Bisoprolol. U kunt hartklachten krijgen.
Bisoprolol kan bijwerkingen geven. Het verlaagt uw bloeddruk waardoor u last kunt krijgen van duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd. Dit verschijnsel verdwijnt na verloop van tijd, als uw lichaam gewend is aan de lagere bloeddruk.
Andere bijwerkingen kunnen onder andere zijn: misselijkheid, braken, diarree of obstipatie, vermoeidheid, koude voeten en/of handen, hoofdpijn, slaapstoornissen, huiduitslag of spierzwakte. Neem contact met uw arts op als u veel last hebt van bijwerkingen.