In onze maatschappij is het heel gewoon om alcohol te drinken. Op feestjes, in de kroeg, maar ook tijdens het eten, kijkt niemand op als er nog een glaasje bijgeschonken wordt. Want alcohol levert een bijdrage aan gezelligheid. Maar alcohol is ook een verslavende stof, die van invloed is op het beloningssysteem in de hersenen. Er zijn mensen die de positieve gevoelens die het beloningssysteem ‘verspreidt’, steeds opnieuw willen ervaren, waardoor een alcoholverslaving kan ontstaan.
Hoe zit dat nu precies?
In de hersenen bevindt zich een beloningssysteem, dat letterlijk ons lichaam beloont met een prettig gevoel. Dit gebeurt met behulp van neurotransmitters; signaalstoffen die zenuwimpulsen overdragen tussen onder andere zenuwcellen. De belangrijkste neurotransmitter van het beloningssysteem is dopamine, dat in de volksmond ook wel het gelukshormoon wordt genoemd. Het komt bijvoorbeeld vrij tijdens seks, sporten, eten en drinken en ook alcohol stimuleert de afgifte ervan. Ook de neurotransmitter serotonine speelt een rol bij het ontstaan van een prettig gevoel, het zorgt daarnaast ook voor een gevoel van verbondenheid met anderen.
Naast het krijgen van een prettig gevoel is alcohol nog op andere manieren van invloed op onze hersenen. Zo zorgt het voor ongeremd gedrag en voor slechter slapen. Ook geheugenverlies en dementie kunnen veroorzaakt worden door een te veel en te vaak gebruik van alcohol. Er bestaat wel een grote variatie in wat men ervaart na het drinken van alcoholische drank. Ook maakt het uit of iemand een ‘ervaren’ drinker is. Jongeren en ook mensen die maar af en toe alcohol drinken, reageren vaak al bij minder glazen heftig. Bij jongeren zien we ook eerder ongeremd gedrag. Dit komt omdat een bepaald deel van de hersenen – de prefrontale cortex – nog niet volledig ontwikkeld is. Het is logisch dat de hoeveelheid alcohol in het bloed van invloed is op het gedrag. Hoe meer alcohol hoe ernstiger de effecten zijn.
Een standaardglas
Het is van belang te weten dat een standaardglas alcohol ongeveer 10 gram alcohol bevat. Met een standaardglas wordt 250 ml bier (5%) bedoeld, maar ook 100 ml (12%) wijn en 35 ml (35%) sterke drank. De hoeveelheid alcohol in het bloed wordt ook promillage of bloedalcoholconcentratie (BAC) genoemd. Drinkt iemand 1 tot 3 glazen (0 - 0,5 promille), dan voelt iemand zich ontspannen en heel licht ontremd. De hartslag en de ademhaling versnellen iets en je krijgt een aangenaam warm gevoel in het lichaam.
Bij het gebruik van 3 tot 7 glazen (0,5 – 1,5 promille) verandert het gedrag aanzienlijk en gaat het geheugen achteruit. Iemand gaat zichzelf overschatten en de rijvaardigheid is afgenomen. Na het drinken van 7 tot 15 glazen (1,5 – 3 promille) is iemand dronken. Emoties worden groter en iemand kan misselijk zijn en overgeven. Sommigen worden agressief. Laveloos ben je als je tussen de 15 tot 20 glazen (3 tot 4 promille) hebt gedronken. De zintuigen zijn verdoofd en je bent in de war en afwezig. Dingen die om iemand heen gebeuren, worden niet of nauwelijks nog waargenomen. Zit er meer dan 4 promille alcohol ( 20 – 25+ glazen) in het bloed dan gaat iemand knock-out en is er grote kans op een alcoholvergiftiging. De ademhaling en polsslag kunnen zodanig verlagen dat iemand in coma raakt en zelfs kan komen te overlijden, omdat de ademhaling of het hart stopt.
Gewenning
Bij langdurig gebruik van alcohol worden de hersenen steeds minder gevoelig voor vrijkomende dopamine (gewenning). Iemand zal steeds meer alcohol moeten drinken om hetzelfde gevoel te ervaren. Dit betekent dat hersenen een grote rol spelen in het ontstaan van een alcoholverslaving. Ze raken gewend aan het aanwezig zijn van alcohol en gaan protesteren als er geen alcohol gedronken wordt; er treden onthoudingsverschijnselen op. Deze kunnen verschillend zijn. Zo krijgen mensen soms last van een rusteloos onbestemd gevoel met trillingen, maar ook een delirium tremens, een levensbedreigend effect van het plotseling stoppen met het drinken van alcohol, kan optreden. Verschijnselen hiervan zijn; een verhoogde temperatuur, een vuurrood gezicht en versnelde pols en een verhoogde bloeddruk. Een delirium tremens treedt vaak heel acuut op. Is dit voorbij dan vallen mensen in een diepe slaap, waarna zij het hele delirium tremens niet meer kunnen herinneren. 1 op de 10 mensen met een delirium tremens overlijdt hieraan.
Alcohol wordt in het lichaam voor 90% afgebroken door de lever. Dit gebeurt met behulp van enzymen. Bijna iedereen die overmatig alcohol gebruikt, krijgt dan ook uiteindelijk te maken met een leververvetting (steatose) en 30% met andere alcoholgerelateerde leveraandoeningen, als hepatitis, verlittekening (leverfibrose) of levercirrose. De laatste leidt in veel gevallen tot leverkanker.
Stadia van alcoholverslaving
Een alcoholverslaving verloopt vaak in bepaalde fasen, elk met eigen kenmerkend gedrag.
Fase 1: iemand gaat steeds vaker drinken om met problemen om te gaan en bepaalde situaties draaglijker te maken. Dagelijks alcoholgebruik is vaak het gevolg, meestal wordt iemand niet dronken.
Fase 2: In deze fase wordt alcohol steeds belangrijker en draaien gedachten vrijwel alleen nog om alcohol en het verkrijgen ervan. Drinkgewoonten, vaak over de dag verspreid, worden verborgen gehouden. Bij minder drinken ontstaan ontwenningsverschijnselen.
Fase 3: Uiteindelijk domineert alcohol de dagelijkse routine. Vaak vindt er sociale achteruitgang plaats.
Tot slot
Komt het beschrevene in dit artikel je bekend voor? Maak dan een afspraak met je huisarts om dit te bespreken. Heb je vragen over medicijnen in combinatie met alcohol, stel deze dan aan je apotheker.