Velen van ons zullen op de televisie de serie de Luizenmoeder gezien hebben. Een serie over een lagere school waar ouders om de zoveel tijd alle kinderen op de aanwezigheid van hoofdluis controleren. Maar wat zijn dat nu precies voor beestjes, die luizen en kunnen ze eigenlijk kwaad of zijn ze alleen maar hinderlijk? Je leest er in de blog meer over.
Luizen is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende soorten parasieten – organismen die leven op een plant of een dier en zich hiermee voeden om voort te kunnen planten – en de luizen waar het hier over gaat, behoren tot de groep van de insecten zonder vleugels. We praten dan specifiek over twee soorten luis die op de mens leven; de hoofdluis en de schaamluis.
De hoofdluis
De hoofdluis, die de mooie naam pediculus humanus capitis draagt, is maar een heel klein beestje. Hij is maximaal drie millimeter lang en hij is bruin of grijzig van kleur. Wat wel apart is om te weten, is dat de kleur van een hoofdluis een beetje samenhangt met het pigment in de hoofdhaar van degene op wiens hoofd hij rondkruipt. Een luis heeft twee ogen, maar iets zien doet hij nauwelijks. Hij kan alleen licht en donker onderscheiden. Hij leeft van het bloed dat hij opzuigt via een zuigbuis, nadat hij met kleine zaagtandjes de huid heeft open gezaagd. Iedere luis heeft zes poten die alle voorzien zijn van sterke grijpklauwtjes, waarmee ze zichzelf goed in de haren kunnen vastzetten.
Hoofdluizen leggen eitjes die we neten noemen. Deze zijn grijswit van kleur, een millimeter groot en ze hebben qua uiterlijk wel wat weg van roos. Het verschil met roos is echter dat roos loslaat en neten stevig blijven vastplakken. Een luis leeft dus van bloed en hij voedt zich hiermee zo’n drie tot zes keer per dag. Doet hij dit niet, dan droogt hij uit en sterft hij vrij snel. Dit voeden gaat dus via een zuigbuisje dat, voordat het zuigen begint, wat speeksel loslaat dat antistollend werkt. Dit speeksel, in combinatie met een klein wondje, zorgt voor de vervelende jeuk. Een hoofdluis is groot fan van warm, donker en vochtig en kiest daarom vaak voor plekken als achter de oren, of in de nek bij langer haar, om zich vast te zetten en eitjes te leggen. Die eitjes legt zij overigens altijd precies op een bepaalde afstand van de hoofdhuid, op ruim drie millimeter. Hier zijn de condities optimaal wat betreft temperatuur en vochtigheid voor het ontwikkelen van de eitjes. De eitjes komen na tien dagen uit en heten dan nimf. Weer tien dagen later is de luis volwassen en leeft vervolgens nog zo’n dertig dagen voordat hij doodgaat.
Mensen vinden een besmetting met hoofdluis vaak nog een taboe, omdat luizen geassocieerd worden met een slechte hygiëne. Maar slechte hygiëne heeft niets met luizen te maken, die houden daar zelf helemaal niet van, ze geven altijd de voorkeur aan een schoon hoofd. Een besmetting die moeilijk te voorkomen is, vindt vooral plaats via haar-haar contact op plekken waar veel mensen dichtbij elkaar zijn, zoals op school of thuis. De luizen zijn het beste te bestrijden met behulp van een speciale luizenkam. Daarnaast kan en antihoofdluismiddel worden gebruikt met daarin het middel permetrine of malathion.
De Schaamluis
De schaamluis (Pthirus Pubis) is lid van een andere insectenfamilie als de hoofdluis en wordt in de volksmond ook wel platje genoemd. Hij verspreid zich met name via lichamelijk contact en daarom is hij in de categorie van soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen) terechtgekomen. Een schaamluis lijkt erg op een hoofdluis, hij is echter nog een groter fan van vocht en donker. Hij komt niet alleen voor in de schaamstreek, mar ook in okselhaar, in baarden en in wimpers en wenkbrauwen. Een schaamluis vind je echter nooit op het hoofd, dat is voorbehouden aan zijn neef de hoofdluis.
Een schaamluis wordt niet alleen overgebracht tijdens seksueel contact. Ook via beddengoed, handdoeken en zelfs via stoelen, kan hij overkruipen. Zowel de hoofdluis als de schaamluis verspreiden gelukkig geen ziektes. Wel kunnen door beide ontstekingen ontstaan door het openkrabben van de jeukende beten.
Schaamluis bestrijd je op dezelfde manier als hoofdluis; met een netenkam en met speciale shampoo met permitrine. Kaalscheren kan ook helpen, omdat de luis haren nodig heeft om zich aan vast te klampen en om eitjes te leggen, maar het biedt geen garantie om een besmetting te voorkomen. Wel komt de schaamluis tegenwoordig, vooral in de Westerse wereld steeds minder voor, omdat het normaal is geworden om weinig tot geen schaamhaar te hebben. In 2007 is de schaamluis zelfs op de lijst van bedreigde diersoorten geplaatst, omdat het met uitsterven bedreigd wordt.