Snurken, dat met een mooi woord ook wel ronchopathie wordt genoemd, is een van de meest genoemde nachtelijke ergernissen. 1 op de 4 vrouwen en zelfs 2 op de 4 mannen blijken ’s nachts regelmatig zoveel geluid te produceren dat anderen of zijzelf een slechte nachtrust ervaren.
Wat is snurken precies?
Tijdens het ademen stroomt er lucht via de neus en de keel in de luchtpijp waarna het vervolgens in de longen komt. Aan het begin van de luchtpijp bevinden zich de stembanden. Als er een vernauwing aanwezig is tussen de neus en de luchtpijp, dan heeft lucht meer moeite om gewoon te stromen; het gaat een beetje wervelen en dit zorgt voor trillingen van de stembanden. Deze trillingen hoor je in de vorm van snurkgeluiden en die variëren van zacht tot zo hard dat het aantal decibellen overeenkomt met het geluid van een straaljager. Een dergelijke vernauwing kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan de tong een rol spelen. Tijdens de slaap verslapt de tong en glijdt naar achteren. Maar ook kunnen irritatie van de keelholte door roken, een slappe huig of zacht gehemelte, of een verkoudheid of allergie een oorzaak hiervan zijn.
Het is bekend dat er een aantal factoren zijn die snurken verergeren. Een daarvan is overgewicht. Hierdoor bevindt zich meer vetweefsel in de keel en is er minder ruimte. Ook kunnen het s ’avonds drinken van alcohol en het slikken van slaap- of kalmeringsmiddelen zorgen voor verslapping van de spieren, waaronder die van de tong. Snurken blijkt toe te nemen naar mate men ouder wordt. De oorzaak hiervan is dat het slijmvlies van de keelholte dikker wordt omdat zich hierin vetweefsel ophoopt, wat de luchtweg kleiner maakt. Ook wordt het slijmvlies slapper waardoor het gemakkelijker gaat trillen.
Snurken levert voor de persoon in kwestie vaak niet al te veel problemen op, tenzij het geluid zo hard is dan men er steeds zelf wakker van wordt en dus slecht slaapt. Snurken is meestal het vervelendst voor partners die door het geluid niet goed kunnen slapen.
Wat kun je doen tegen snurken?
Soms is het mogelijk om iets tegen snurken te doen. Zo kan stoppen met roken helpen en ook het niet nemen van alcohol en slaap- en/of kalmeringsmiddelen kunnen snurken substantieel verminderen. In het geval van overgewicht helpt afvallen. Ook kan men iets proberen aan de slaaphouding te veranderen; de meeste mensen snurken het hardst als ze op hun rug liggen.
Wordt het snurken ondanks bovenstaande maatregelen niet minder, dan is een bezoek aan een KNO-arts (Keel-, Neus- en Oorarts) een volgende stap. Hij of zij kan de oorzaak van het snurken achterhalen en in een aantal gevallen ook verhelpen. Zo kunnen bijvoorbeeld aanwezige poliepen worden verwijderd en een scheef tussenschot worden rechtgezet. In heel ernstige gevallen kan een (groot) deel van de huig worden verwijderd. Dit doet men overigens liever niet omdat hiermee de functie van de huig – het afsluiten van de neusholte tijdens slikken, zodat eten en drinken niet in de neus terechtkomen – verloren gaat. Ook wordt het goed uitspreken van bepaalde letters moeilijker. Tegenwoordig past men vaak een andere operatietechniek toe, de zogenoemde Barbed reposition pharyngoplastiek (BRP). Hierbij wordt het zachte gehemelte met hechtdraad strakker gezet en worden de keelamandelen verwijderd.
Ook kan het gebruiken van een antisnurkbeugel een oplossing zijn. Deze beugel, die Mandibulaire Repositie-apparatuur of MRA genoemd wordt, wordt aangemeten door de tandarts of de kaakchirurg. Het zorgt ervoor dat de onderkaak tijdens het slapen niet naar achter zakt. Hierdoor blijven de luchtwegen wijder en kan men gemakkelijker ademhalen.
Slaapapneu
Zo’n tien procent van de mensen die snurkt, heeft ook last van slaapapneu. Dit zijn ademstops van meer dan 10 seconden door afsluiting van de keelholte tijdens de slaap. Er stroomt dan tijdelijk geen lucht meer naar de longen. Na een aantal seconden krijgen de hersenen een signaal dat de ademhaling gestopt is en word je wakker, zodat je weer gaat ademen. Deze ademstops worden lang niet altijd gemerkt, maar de gevolgen van het niet steeds diep doorslapen, kunnen wel zijn weerslag hebben op het goed functioneren overdag. Vaak is men wat vermoeid, is men sneller geïrriteerd en zijn er concentratieproblemen.
Slaapapneu kan behandeld worden met een CPAP-apparaat. Dit apparaat blaast onder druk lucht in de neus en de keel, waardoor de keelholte openblijft en het ademhalen dus niet stopt. Een bijkomstigheid is dat er hierdoor ook niet meer gesnurkt wordt. Als door middel van een slaaponderzoek in een ziekenhuis of slaapcentrum is vastgesteld is vastgesteld dat er slaapapneu in het spel is, vergoedt de ziektekostenverzekeraar een CPAP-apparaat vanuit de basisverzekering.