Er bestaan verschillende middelen om fijn te kunnen vrijen, zonder het risico te lopen zwanger te worden. We noemen ze in de volksmond anticonceptiemiddelen, letterlijk vertaald tegen bevruchting middelen. Soms is het best lastig om het juiste middel te kiezen, want de een heeft misschien bepaalde bijwerkingen en aan een ander moet je per se iedere dag denken. De meeste anticonceptiemiddelen zijn ook nog eens bedoeld voor vrouwen, want er is er anno nu nog steeds maar eentje die door mannen gebruikt kan worden, als je steriliseren, wat een definitieve oplossing is, niet meerekent. Welk anticonceptiemiddel is nu het meest geschikt en voor wie eigenlijk? We zetten ze hier eens u op een rijtje.
We beginnen met een eerste deling van middelen door een onderscheid te maken in hormonale en niet hormonale middelen. Tot de eerste categorie behoren onder andere de ‘pil’ en het spiraaltje en tot de tweede het condoom en het pessarium.
Hormonale anticonceptie
Alle hormonale anticonceptiemiddelen zijn bedoeld voor vrouwen. Kort door de bocht blokkeren ze de ovulatie oftewel de eisprong en/of voorkomen de innesteling van een bevrucht eitje in de baarmoeder. Door de afgifte van hormonen wordt het lichaam als het ware om de tuin geleid. Dit kan op verschillende manieren waarvan de meest gebruikte die via de ‘pil’ is. Deze ‘pil’, met een kleine hoeveelheid hormonen, neem je dagelijks in. Als je wilt, kun je om de drie weken een stopweek inlassen, waarna je wat bloedverlies krijgt, maar dit hoeft tegenwoordig niet meer. Het voordeel van de ‘pil’ is dat het een heel veilig voorbehoedsmiddel is, tenminste als het dagelijks wordt ingenomen en dat je er gemakkelijk mee kunt stoppen als je besluit om zwanger te willen worden. Nadelen zitten er echter ook aan de ‘pil’. Je moet er iedere dag aan denken om hem in te nemen anders is hij niet meer betrouwbaar en sommige vrouwen hebben in meer of in mindere mate bijwerkingen, zoals hoofdpijn, acne of depressieve gevoelens.
Het hormonale voorbehoedsmiddel dat met stip op nummer twee staat, is het spiraaltje. Een spiraaltje wordt ingebracht in de baarmoederholte en kan daar een aantal jaar blijven zitten. Het geeft gedoseerd het hormoon progesteron af waardoor het lichaam denkt zwanger te zijn. Naar een spiraaltje heb je vrijwel geen omkijken. Het nadeel van een spiraaltje is wel dat je het inbrengen en het er weer uithalen aan een arts over moet laten.
Een middel dat qua werking precies lijkt op dat van de ‘pil’ is de hormoonring. Dit is een ring die je een keer per maand zelf in je baarmoeder inbrengt, waarna je hem drie weken laat zitten. Je hoeft er in die weken niet over na te denken, alleen vergt het inbrengen en het er ook weer uithalen, wel een bepaalde handigheid.
Het middel vergelijkbaar met de werking van het spiraaltje is een implantatiestaafje. Dit staafje wordt door een arts in de bovenarm ingebracht en kan daar drie jaar blijven zitten.
Niet hormonale anticonceptie
Als je gebruik wilt maken van anticonceptie zonder hormonen dan is een condoom het meest aangewezen middel. Het voordeel is dat je het altijd bij je kunt hebben en dus ook op onverwachte momenten kunt gebruiken. Daarnaast is het hét enige voorbehoedsmiddel dat ook bescherming biedt tegen geslachtsziekten (Soa’s). Een condoom is in een vrouwen en een mannen versie zonder recept te koop.
Een ander, vrij verkrijgbaar niet hormonaal middel is het pessarium. Een pessarium is een siliconen kapje dat de baarmoedermond afdekt, waardoor zaadcellen niet kunnen binnendringen. Het moet altijd in combinatie met een zaaddodende pasta gebruikt worden die de zuurgraad van de vagina verhoogt, waardoor zaadcellen erg traag worden en uiteindelijk doodgaan. Een pessarium met pasta breng je maximaal twee uur van tevoren in en het moet minimaal zes uur na een zaadlozing blijven zitten. Ook hier geldt dat het inbrengen en uithalen een handigheid vereist. Het voordeel is wel dat je het pessarium, mits je het goed schoonhoudt, tot twee jaar lang kunt gebruiken.