In 2018 kwam het advies van de Gezondheidsraad om mensen vanaf zestig jaar te vaccineren tegen de pneumokokkenziekte (of pneumokokkose). In dit advies, werd voorgesteld mensen tussen de 60 en 75 jaar om de vijf jaar uit te nodigen voor een gratis pneumokokkenvaccinatie. Dit omdat dat vaccin ongeveer vijf jaar bescherming biedt tegen ziektes (en sterfte) door pneumokokken. De leeftijdsgrens van 75 werd gekozen omdat de Raad verwachtte dat het vaccin bij mensen van 80+ niet heel effectief meer is.
Nadat in 2020 het coronavirus was uitgebroken, stelde de Gezondheidsraad dat mensen van zeventig jaar en ouder, zowel sneller en erger ziek werden van én het coronavirus – waar op dat moment nog geen vaccin tegen beschikbaar was – én een pneumokokkeninfectie. Men heeft op dat moment besloten de leeftijdsgrens voor vaccineren te verhogen naar 79 jaar.
Het vaccin wordt, verdeeld over een aantal jaar, verstrekt aan de totale leeftijdscategorie. Dit gebeurt in fasen, omdat er niet voldoende vaccin beschikbaar is om de hele leeftijdsgroep in één keer te vaccineren. Dit najaar (2023) wordt de categorie geboren tussen 1-1–1957 en 31–12-1960 (63 – 66 jaar) uitgenodigd voor een prik. De uitnodiging loopt via de huisarts die ook de vaccinatie geeft. Volgend najaar (2024) wordt de jongste categorie (60 – 63 jaar) uitgenodigd en vervolgens zal de huisarts elke vijf jaar een herhalingsuitnodiging sturen.
Een bacterie
De pneumokokkenziekte is niet één ziekte, maar is een verzamelnaam voor een flink aantal ziekten die veroorzaakt worden door de pneumokokkenbacterie. Van deze bacterie bestaan wel negentig varianten, die weer verschillende ziekten kunnen veroorzaken, waaronder middenoorontsteking, bronchitis, bijholteontsteking en longontsteking. Vaccineren tegen de pneumokokkenziekte gebeurt sinds 2006, via het Rijksvaccinatieprogramma, ook bij kinderen jonger dan vijf jaar. Zij krijgen vanaf 2024 wel een nieuw vaccin toegediend dat, volgens de Gezondheidsraad, meer gezondheidswinst behaalt.
Streptococcus pneumoniae
De pneumokok, (streptococcus pneumoniae) is een bacterie die bij heel veel mensen (tachtig procent) in de bovenste luchtwegen (neus- en keelholte) aanwezig is, zonder dat men hier last van heeft en/of ziek van wordt. Een bacterie is, anders dan een virus, een ééncellig levend micro-organisme dat zichzelf kan voortplanten door zich te delen. Dit wordt ook ongeslachtelijke voortplanting genoemd en deze manier van voortplanten gaat razendsnel.
Veel bacteriën die op en in ons lichaam leven, zijn goede bacteriën die we nodig hebben en die bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen in onze darmen en op onze huid (lees bijvoorbeeld onze blog Het huidmicrobioom). De pneumokok hoort hier echter niet toe en is dus een bacterie die we eigenlijk niet kunnen gebruiken. Hij wordt overgedragen van mens op mens door niezen en hoesten en door zoenen, maar ook door het schudden van handen. Men neemt aan dat de verspreiding voornamelijk plaatsvindt door jonge kinderen van wie 60 – 85 procent onder de twee jaar drager is.
Longontsteking
Volwassenen en dan met name ouderen boven de zestig die ziek worden van een pneumokokkeninfectie, krijgen meestal een longontsteking (pneumonie). De verschijnselen hiervan zijn vaak hoge koorts en een stevige hoest, met kortademigheid. Als men kijkt naar de ziekenhuisopnames van mensen met een longontsteking dan blijkt er in twintig tot dertig procent sprake te zijn van een pneumokokkeninfectie. Het Nederlands Huisartsengenootschap geeft aan dat het hier naar schatting zo’n 5400 mensen van 60+ betreft. Zestien procent van hen overlijdt (Wagenvoort 2017).
Als iemand een pneumokokkeninfectie heeft doorgemaakt dan zorgt het eigen afweersysteem voor antistoffen om een volgende infectie direct te lijf te gaan. Echter zijn deze antistoffen alleen gericht tegen de specifieke variant waarvan men ziek is geworden en werkt het niet tegen de andere varianten.
Invasieve pneumokokkeninfectie
In een aantal gevallen komt de pneumokok in de bloedbaan of in het zenuwstelsel terecht en dit noemt men dan een invasieve pneumokokkeninfectie. Het verloop van deze infectie is vaak zeer ernstig. Kinderen onder de vijf jaar krijgen meestal en bloedvergiftiging (sepsis) of een hersenvliesontsteking. Ouderen een zeer ernstige longontsteking. Deze infecties verlopen vaak zeer acuut, maar de klachten, als hoofdpijn, hoge koorts en hoesten met het opgeven van bloed, kunnen zeer verschillend zijn.
Vaccineren
Je beschermen tegen een pneumokokkeninfectie kan het beste door je te laten vaccineren. Voor kinderen onder de twee jaar zit de vaccinatie sinds 2006 standaard in het Rijksvaccinatieprogramma. Hierdoor komen pneumokokkeninfecties inmiddels veel minder voor. Echter ouderen worden over het algemeen ziek van andere varianten dan die waartegen de jonge kinderen worden ingeënt. De vaccinatie die dan ook aan hen wordt gegeven, bestaat uit 23 varianten die niet in de ‘kinderprik’ zitten.
Heb je toch een pneumokokkeninfectie opgelopen dan wordt deze behandeld met een antibioticakuur. In het geval van een invasieve infectie is opname in het ziekenhuis noodzakelijk, omdat de antibiotica dan via een infuus wordt gegeven.
Heb je vragen over een pneumokokkenvaccinatie of een -infectie, stel deze dan aan je huisarts. Voor informatie over antibiotica en medicijnen in het algemeen kun je altijd terecht bij je apotheker.