Iedereen slikt wel eens een pijnstiller. Om hoofdpijn te verminderen, om spierpijn, menstruatiepijn of kiespijn tegen te gaan, of om zich wat minder ‘belabberd’ te voelen bij koorts of griep. Het doel van een pijnstiller is dan ook heel duidelijk; zoveel mogelijk pijn wegnemen en klachten ervan onder controle krijgen.
In Nederland zijn een aantal verschillende pijnstillers op de markt. Sommige zijn vrij (over de counter) te koop bij supermarkt, drogist en apotheek, andere zijn alleen op doktersrecept verkrijgbaar. Al in 2019 schreven we in onze blog ‘De verschillen tussen pijnstillers’ over de pijnstillers die vrij verkrijgbaar zijn, zoals paracetamol en NSAID’s (non steroïde ontstekingsremmende medicijnen), ibuprofen, naproxen en diclofenac. Hier vertellen we meer over de sterke pijnstillers, de opiaten en opioïden, die dus alleen op recept bij de apotheek verkrijgbaar zijn.
Wat is pijn?
Pijn is een belangrijk signaal van ons lichaam om aan te geven dat er iets niet in orde is. Pijn ontstaat kort door de bocht doordat pijnreceptoren die in het hele lichaam aanwezig zijn, op één of andere manier geprikkeld worden en een signaal naar de hersenen te sturen. De hersenen sturen op hun beurt een signaal terug waarna pijn waarneembaar wordt. Deze signaaloverdracht gaat in slechts een fractie van een seconde.
Pijn is onder te verdelen in acute en in chronische pijn. Acute pijn treedt op bij stoten, vallen of breken. Chronische pijn is pijn die langdurig aanhoudt, langer dan drie maanden, en is vaak het gevolg van een onderliggende ziekte, als reuma of een ontsteking. Een definitie van pijn is niet precies te geven. Pijn is in principe een beleving die voor iedereen anders is, Wat voor de één een hevige pijn is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Dit maakt het meten van pijn niet altijd even gemakkelijk en objectiveerbaar.
De richtlijn van de WHO
Vaak wordt gebruik gemaakt van een numerieke beoordelingsschaal (NSRL) waarbij gevraagd wordt om de mate van pijn een cijfer te geven tussen nul en tien. Nul betekent geen pijn en tien de meest erg denkbare pijn. Als de ernst van de pijn is uitgevraagd, wordt dit getal naast de richtlijn voor pijnmedicatie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gelegd om zo duidelijk te krijgen welk medicijn het beste gegeven kan worden. Deze richtlijn behelst vijf stappen:
1. Paracetamol
2. NSAID
3. Zwak werkend opioïde
4. Sterk werkend opioïde
5. Opioïde via een injectie.
Vanaf pijn erger dan het cijfer vier kan een zwak werkende opioïde voorgeschreven worden.
Opioïden
Opioïden zijn krachtige pijnstillers die soms ook narcotische pijnstillers worden genoemd. Ze helpen in een flink aantal gevallen om pijn onder controle te krijgen of draaglijk te maken. Ze worden al jarenlang voorgeschreven en behoren tot de groep morfinomimetica oftewel deze pijnstillers hebben min of meer dezelfde werking als morfine.
Morfine bestaat als medicijn al sinds 1804 toen een Duitse apotheker Friedrich Sertürner het middel ontdekte. Het is een opiaat, wat betekent dat het afkomstig is van opium; het ingedroogde melksap van de opiumpapaver. De naam morfine is afkomstig van de Griekse god Morpheus, de god van de slaap.
Opioïden zijn opiaten die de pijn remmen door zich te binden aan receptoren in het centrale zenuwcentrum. Hiermee zijn ze in hun werking te vergelijken met lichaamseigen pijnstillers, als endorfines. Hierdoor kan het gebruik op den duur verslavend kan zijn. Maar als deze middelen voor relatief korte duur worden voorgeschreven, is een verslaving verwaarloosbaar. Wel kunnen altijd ontwenningsverschijnselen optreden bij het plotseling stoppen met de medicatie. Het gebruik van een opioïde moet dan ook altijd geleidelijk worden afgebouwd.
Omdat de medicijnen inwerken op de hersenen zijn er soms wel bijwerkingen, waaronder sufheid, misselijkheid en verwardheid.
Er zijn twee soorten opioïden; zwakke en sterke. Onder de zwakke opioïden vallen codeïne en tramadol. Deze stoffen worden door het lichaam zelf omgezet in morfine. Sterke opioïde pijnstillers zijn morfine, oxicodon en fentanyl. Deze laatste is de zwaarste soort pijnstiller die er gegeven kan worden.
Heb je vragen over opioïden of over pijnstillers in het algemeen, stel deze dan aan je apotheker. Heb je (aanhoudende) pijnklachten, ga hiermee dan naar je huisarts.