Pijnstillers zijn er in verschillende soorten en maten en in diverse verschijningsvormen. Voor velen van ons is niet precies duidelijk welke pijnstiller nu het beste op welk moment gebruikt kan worden en wat de effecten ervan precies zijn. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen, op het moment dat ze pijn hebben, een pijnstiller slikken die op dat moment voorhanden is. Dat wat er net toevallig nog thuis in de kast ligt, zonder dat wordt nagegaan of dat nu wel zo verstandig is. We zetten wat feiten voor u op een rijtje.
Prostaglandines
Pijn is een signaal van het lichaam dat ergens iets mis is. Het is een onaangenaam gevoel dat kan variëren van zeurderig tot stekend en het ontstaat door extreme hitte of kou, door beschadiging, verwonding of zelfs door beschadiging van zenuwen. In ons lichaam zitten pijnreceptoren die stofjes die bij bovenstaande factoren vrijkomen – prostaglandines - oppikken en hiermee onze pijnzenuwen activeren. Deze sturen een ‘pijnsignaal’ naar de hersenen en hier nemen we de pijn waar. Dit gebeurt in slechts een fractie van een seconde, denk bijvoorbeeld maar aan de terugtrekreflex bij verbranding. Het gevoel van pijn is wel subjectief, met andere woorden niet iedereen voelt pijn op dezelfde manier en de hevigheid ervan is ook voor iedereen verschillend.
In de meeste gevallen helpt een pijnstiller pijn te verminderen en draaglijk te maken en soms zelfs om pijn tijdelijk te laten verdwijnen. Maar hoe weet een pijnstiller nu precies waar die pijn zit?
Kort door de bocht, dat weet een pijnstiller helemaal niet. Pijnstillers worden via de maag in het bloed opgenomen en door het hele lichaam verspreid. Daar waar ze op hun weg prostaglandines tegenkomen, nemen ze de pijnprikkel weg door deze tijdelijk te blokkeren. Dan doen ze dus overal in het lichaam en toevallig ook op de plek waar het nodig is. Het is eigenlijk schieten met grof geschut. Maar waarmee schieten we nu het beste?
Soorten pijnstillers
Het is belangrijk te weten dat er drie soorten pijnstillers zijn; NSAID’s (non-steroidal anti-inflammatory drugs), pijnstillers die zowel pijnstillend, koortsverlagend als ontstekingsremmend zijn, paracetamol, pijnverlagend en koortsremmend en opiaten. De laatste groep laten we hier buiten beschouwing, omdat deze niet vrij verkrijgbaar zijn.
Hebt u pijn die niet ontstaan is door een ontstekingsreactie, dan is paracetamol de juiste keuze. Paracetamol is daarnaast ook nog de pijnstiller met de minste bijwerkingen, bijna altijd te gebruiken naast andere medicijnen en een middel dan over het algemeen snel, binnen twintig minuten, de pijn vermindert.
Onder de NSAID’s zijn verschillende soorten pijnstillers voorhanden, elk met een andere werkzame stof en elk met eigen bijwerkingen. Zo zijn er de van oudsher gebruikte Aspirines®. De werkzame stof hierin is acetylsalicylzuur, die ook invloed heeft op de stolling van het bloed. Het wordt afgeraden bij pijn door wonden en als u klachten hebt van uw maag, omdat het de maagwand kan aantasten. Ook kan het schadelijk zijn voor kinderen.
Een aan acetylsalicylzuur verwante pijnstiller is ibuprofen, de werking ervan is vrijwel gelijk en ook hier kunnen maagproblemen optreden. Ibuprofen heeft een wisselwerking met veel verschillende medicijnen, dus raadpleeg altijd eerst de bijsluiter voordat u dit medicijn gaat gebruiken. Een sterkere pijnstiller, welke meestal alleen op recept wordt voorgeschreven, is diclofenac. Deze pijnstiller heeft een langere werking dan de andere NSAID’s en dan paracetamol en is bij langdurige pijn een goede keus. Let wel, ook hier kunt u weer flinke problemen met uw maag krijgen, vraag dan ook altijd om een maagbeschermer als u een NSAID wilt gebruiken. Gaat u pijnstillers gebruiken, begin dan altijd met paracetamol. Werkt dit niet afdoende, ga dan over op een NSAID, eventueel in combinatie.
Aan het eind willen we u nog een tweetal adviezen geven. Slik pijnstillers nooit langer dan twee weken. Is de pijn niet verdwenen, raadpleeg dan uw arts. Een te langdurig gebruik kan chronische hoofdpijnklachten veroorzaken.
Wacht niet tot de pijn in alle hevigheid terugkomt voordat u een volgende inneemt. Een klein ‘depot’ opbouwen is aan te raden. Neem daarom de dosering in op het tijdstip dat dit mag (meestal om de zes uur).