Iedereen merkt weleens dat het hart wat sneller klopt dan normaal. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens inspanning of als er zich een stressvolle situatie voordoet. Je hart klopt in rust in een tempo van 60 tot 80 slagen per minuut. Tijdens deze slagen vult het hart zich met bloed, om dit vervolgens rond te pompen in het lichaam. Per minuut wordt er op deze manier zo’n 4 tot 5 liter bloed rondgepompt en worden spieren en organen van zuurstof voorzien, wat nodig is om te kunnen functioneren.
Het hart is een spier, die bestaat uit vier aparte holtes; twee boezems (rechts en links) en twee kamers (ook rechts en links). Het hart is ongeveer zo groot als een gebalde vuist. Zuurstofarm bloed komt het hart binnen in de rechterboezem. Via de rechterkamer wordt dit bloed naar de longen gepompt, waar de rode bloedlichaampjes met hemoglobine worden voorzien van zuurstof. Hierna stroomt dit inmiddels zuurstofrijk bloed terug in het hart en komt in de linkerboezem terecht. Vervolgens gaat het bloed naar de linkerkamer van waaruit het bloed door het gehele lichaam wordt gepompt.
Het hart is dus een spier die gedurende je hele leven geen seconde rust krijgt. Hij moet blijven kloppen om je in leven te houden. Om dit kloppen – eigenlijk pompen – mogelijk te maken, heeft het hart steeds opnieuw een elektrische prikkel nodig. Deze prikkel ontstaat in de sinusknoop; een groepje cellen dat boven in de rechterboezem gelegen is. Je kunt deze knoop eigenlijk het beste vergelijken met een pacemaker, waarmee het hartritme wordt geregeld. De elektrische prikkels worden via een netwerk van vezels door zowel de rechter- als de linkerboezem geleid, die hierdoor samentrekken, waarna de prikkel terechtkomt bij de atrioventriculaire knoop (AV-knoop). Deze AV-knoop geleidt de prikkel door naar de beide kamers, waardoor deze op hun beurt samentrekken. Op deze manier werken boezems en kamers dus samen via een ingenieus systeem.
De hartslag is niet altijd gelijk, hij schommelt continu omdat hij zich aanpast aan datgene wat je doet. Span je je in dan hebben spieren en organen meer zuurstof nodig en zal de hartslag toenemen. Als je slaapt, is de hartslag het laagst. Meestal merk je er niets van dat je hart de hele dag hard voor je aan het werk is, maar soms klopt je hart anders dan normaal en valt dit op. Soms klopt het te snel of te langzaam of klopt het onregelmatig. Als een onregelmatige hartslag wel een regelmaat heeft, dan wordt dit een extrasystole genoemd.
Extrasystole
Het overslaan van een hartslag wordt met een medische term een extrasystole genoemd. Eigenlijk slaat het hart helemaal geen slag over, maar het slaat een extra slag. Extrasystoles komen heel regelmatig voor en zijn over het algemeen een onschuldig fenomeen. Ze worden meestal veroorzaakt door stress of emoties of na het drinken van dranken die cafeïne bevatten, zoals koffie en cola.
Bij een extrasystole komt de eerste slag vroeger dan bij het normale ritme. Omdat de tweede slag wel het normale ritme volgt, komt deze in de tijd wat later en hierdoor lijkt het of het hart een slag mist. De tweede slag voelt ook krachtiger dan normaal omdat er meer bloed in de kamers heeft kunnen stromen (er was immers wat meer tijd) zodat er meer kracht gezet moet worden om al dit bloed weer weg te pompen. Niet iedereen voelt een extrasystole, maar bij degenen die dat wel doen, voelt het soms alsof het hart heel kort stilstaat, waarna het krachtiger weer opstart.
Een extrasystole kan dus in principe geen kwaad, maar als het gepaard gaat met duizeligheid, pijn op de borst of met wegrakingen, dan is het verstandig om contact met de huisarts op te nemen, omdat er dan een onderliggend probleem met het hart kan zijn.
Extrasystoles zijn vaak te verminderen door de leefstijl wat te veranderen. Het terugbrengen van stress kan in veel gevallen helpen, net als minder cafeïne en minder alcohol.