Lactose, ook melksuiker genoemd, is een suiker die voorkomt in melk van alle zoogdieren. Suikers – koolhydraten of sachariden geheten – zijn chemische verbindingen die wij mensen nodig hebben om te kunnen functioneren; ze leveren energie voor onze cellen. Om als energiebron te kunnen dienen, moet de lactose die we binnenkrijgen, eerst in kleinere stukjes ‘geknipt’ worden. Dit gebeurt door een enzym (eiwit) dat lactose heet, dit knipt lactose op in galactose en glucose.
Bij iedereen is vanaf de geboorte het enzym lactase beschikbaar om lactose in moedermelk te kunnen afbreken. Maar naar mate we ouder worden, neemt het enzym in ons lichaam af, omdat we het ‘officieel’ niet meer nodig hebben. In een aantal gevallen verdwijnt het zelfs helemaal. Hierdoor ontstaat op latere leeftijd een lactose-intolerantie en dit is het geval bij zo’n 5% van de Noord-Europeanen en bij 90% van de mensen in Afrika en Azië.
Intolerantie versus allergie
Een intolerantie is geen allergie, maar wat is precies het verschil? Bij een intolerantie is het lichaam niet (goed) in staat om een voedingsmiddel goed te verteren. Hierdoor ontstaan klachten, maar die klachten verdwijnen ook weer als het voedingsmiddel niet meer gegeten of gedronken wordt.
Bij een allergie zet een eiwit het eigen afweersysteem in werking omdat het het voedingsmiddel ziet als een vijandige indringer. Hiertegen moeten antistoffen worden aangemaakt. Zodra een voedingsmiddel opnieuw in het lichaam komt, gaan de antistoffen in de verdediging om de indringer onschadelijk te maken. Dit betekent in sommige gevallen dat er levensbedreigende situaties kunnen optreden, omdat bijvoorbeeld de tong of de hele mond opzwellen en ademen moeilijk wordt. Of dat de bloeddruk daalt wat kan leiden tot een shock of in het ernstigste geval tot een hartstilstand.
Een lactose-intolerantie is geen koemelkallergie
Een koemelkallergie komt met name voor bij baby’s. Een reden hiervoor is dat hun maag-darmkanaal nog niet optimaal functioneert en dat de eiwitten in koemelk niet goed worden afgebroken voordat ze in het bloed terechtkomen. Soms reageert het lichaam hierop door bovengenoemde antistoffen aan te maken. Een reactie zien we vaak in de vorm van eczeem, van spugen en van benauwdheid. In bijna alle gevallen groeien kinderen binnen vijf jaar over een koemelkallergie heen.
De symptomen van een lactose-intolerantie
De symptomen van een lactose-intolerantie zijn over het algemeen:
- Een opgeblazen gevoel
- Buik/darmkrampen
- Diarree en/of obstipatie
- Winderigheid.
Meestal is er verschil in gradatie van de symptomen, afhankelijk van de hoeveelheid lactose die binnenkomt. Kleine hoeveelheden leveren over het algemeen weinig tot geen reactie op. Kleine kinderen (tot een jaar of drie) hebben vrijwel nooit een lactose-intolerantie. Dit omdat zij in het lichaam extra lactase aanmaken om (moeder)melk te verteren.
Waar zit lactose in?
Lactose komt voor in alle dierlijke melkproducten, dus ook in schapen- en geitenmelk en -kaas. Zuurdere melkproducten, zoals karnemelk en yoghurt, bevatten minder lactose en dat geldt ook voor (hardere) kazen die meer dan vier weken gerijpt hebben. Hierin zit zelfs nauwelijks nog lactose (minder dan 1%). Voor mensen met een lactose-intolerantie is het verstandig om door middel van de try and error methode uit te vinden wat ze wel en niet kunnen eten en in welke hoeveelheden. Dit is namelijk per persoon verschillend. Wil je helemaal geen lactose tot je nemen dan is het drinken van plantaardige zuivel, zoals soja, een goed alternatief.