Iemand die een burn-out heeft, is, in de figuurlijke zin van het woord, opgebrand en emotioneel volledig uitgeput. Meestal is er bij een burn-out sprake van blootstelling aan emotioneel zeer uitputtende situaties en/of aan een langdurig teveel aan stress. Dit kan werkgerelateerd zijn maar kan ook in de privésfeer liggen. Daarnaast kan ook een traumatische gebeurtenis, zoals een ongeluk, ernstige ziekte of overlijden, een trigger zijn.
Het is belangrijk om te weten dat het krijgen van een burn-out vaak het gevolg van een combinatie van factoren is. Van situaties die zich in de loop van de tijd opstapelen, maar die ook te maken hebben met de aard van de persoon zelf. Mensen die heel perfectionistisch zijn, die moeilijk hun gevoelens uiten, erg ijverig zijn en die een wat minder groot sociaal vangnet hebben, zijn gevoeliger voor het krijgen van een burn-out dan anderen. Dit zijn overigens wel meer mensen dan dat we misschien denken. Zo blijkt uit cijfers van TNO dat er in 2020 1,2 miljoen werknemers in Nederland te kampen hadden met burn-outklachten.
Klachten bij een burn-out
De klachten bij een burn-out zijn heel divers en kunnen zowel lichamelijk als psychisch zijn. Vermoeidheid, prikkelbaarheid en moeite om rust en ontspanning te vinden, zijn veelvoorkomend. Net als moeite hebben met slapen, somberheid, hoofdpijn, hartkloppingen en darmklachten. Ook hebben mensen met een burn-out vaak het gevoel tekort te schieten, zij kunnen zich moeilijk concentreren en hebben moeite om ergens van te genieten.
Een bun-out als diagnose
Om de diagnose burn-out te kunnen stellen, moeten minimaal drie van boven beschreven symptomen tegelijkertijd voorkomen. Ook moeten ze samengaan met het gevoel geen controle meer over dagelijkse bezigheden te hebben. Als je het gevoel hebt overspannen te zijn of burn-outklachten te hebben, dan is het altijd verstandig om contact met de huisarts en/of de bedrijfsarts op te nemen. Deze zal vervolgens duidelijk proberen te krijgen of de klachten daadwerkelijk burn-out gerelateerd zijn, waarna een gerichte behandeling kan worden ingezet.
Vaak bestaat zo’n behandeling uit meerdere gesprekken, waarbij onder meer besproken wordt hoe men met spanning omgaat en of dit misschien ook op een andere manier kan. Ook brengt men problemen in kaart en wordt besproken hoe deze kunnen worden opgelost. Soms worden er naast het voeren van gesprekken ook medicijnen voorgeschreven. Meestal gaat het dan om slaap- of kalmeringsmiddelen. De behandeling van een burn-out neemt wel enige tijd in beslag. Dit kan variëren van enige maanden tot meer dan een jaar. Het is dan ook gemakkelijker om een burn-out te proberen te voorkomen.
8 tips om een burn-out te voorkomen
De GGZ heeft een achttal tips opgesteld om een burn-out te voorkomen.
1. Geef toe dat je een probleem hebt
2. Zeg eerder nee als je iets niet wilt, of als het te veel wordt
3. Vertel wat je dwars zit aan anderen, zoals aan vrienden, familie of aan collega’s
4. Zoek iemand met wie je kunt praten, buiten je sociale netwerk, bijvoorbeeld een coach
5. Beweeg voldoende (minimaal een half uur per dag)
6. Zorg voor voldoende ontspanning en rust
7. Drink weinig koffie en weinig alcohol, rook niet
8. Neem voldoende bedrust op vaste tijden (Sta dagelijks op en ga slapen op dezelfde tijden)
Tot slot
Over het hebben van een burn-out hoeft niemand zich schuldig te voelen; ieder lichaam heeft zijn of haar eigen grenzen. Herken je jezelf in de beschreven symptomen van een burn-out, wacht dan niet voordat deze burn-out volledig is, maar neem contact op met de huisarts. Erger voorkomen, is beter dan genezen.