Een op de acht mensen heeft er in meer of mindere mate last van; van hooikoortsklachten, ofwel van een allergie voor pollen. Pollen is een ander woord voor stuifmeelkorrels die in de lucht zweven en die afkomstig zijn van grassen, bomen en kruiden.
Heb je hooikoorts of, zoals dat in medische termen heet, allergische rhinitis, dan bestaan je klachten meestal uit tranende ogen, jeuk, niezen, uit een loopneus en soms ook uit benauwdheid. Klachten die eigenlijk heel veel lijken op een flinke verkoudheid. Het verschil is echter dat verkoudheidsklachten vaak na een paar dagen weer over zijn en dat hooikoorts soms weken tot maanden (vaak in de lente en de zomer) aanhoudt.
Tekst gaat verder onder de video
Mastocyten
Hooikoortsklachten ontstaan simpel gezegd door een te veel aan histamine in het bloed. Histamine is een chemische stof die van nature en dan met name in de mestcellen; witte bloedcellen die ook mastocyten worden genoemd, in ons lichaam aanwezig is. Ook wordt histamine gevormd in bepaalde voedingsmiddelen als vlees, vis, kaas en groenten Het speelt een belangrijke rol bij ons immuunsysteem, maar daarnaast ook bij de aanmaak van maagzuur en bij ons slaap-waak ritme. Histamine wordt aangemaakt om ons te beschermen tegen stoffen die voor het lichaam als gevaarlijk worden beschouwd. Histamine zorgt dan voor de aanmaak van antistoffen waardoor indringers verdreven worden. Infecties kunnen zo bestreden worden. Heb je een allergie, dan werkt het immuunsysteem eigenlijk te goed.
In de meeste gevallen is het risico op het krijgen van een allergie erfelijk bepaald. Er is dan een aangeboren aanleg om immunoglobuline (Ig) E (een antilichaam) aan te maken. Dit IgE hecht zich aan de mestcellen en geeft signalen af dat deze cellen histamine vrij moet laten.
Ondanks dat histamine een lichaamseigen stof is, kunnen we er maar een beperkte hoeveelheid van verwerken. Hoeveel dit precies is, is niet precies bekend want dit blijkt voor iedereen verschillend te zijn. Dit verklaart waarschijnlijk ook waarom de een wel allergisch is voor pollen en de ander niet. Komt de histaminespiegel boven het level uit dat een individueel lichaam aankan, dan ontstaan allergische reacties als tranende ogen, jeuk en niezen.
Antihistaminica
Ter bestrijding van die allergische reacties die een gevolg zijn van een te veel aan histamine in het bloed, kunnen medicijnen worden ingenomen, zogenaamde antihistaminica. Deze blokkeren de werking van histamine, waardoor klachten zullen afnemen. Zij verminderen het vrijkomen van histamine niet. De meest gebruikte antihistaminica behoren tot de groep H1-antihistaminica en zijn verkrijgbaar in zowel tabletten als in sprays. Een aantal van hen is vrij te koop bij de drogist of apotheek en soms ook in de supermarkt. De meest bekende namen zijn cetirizine en loratadine. H1-antihistaminica hebben over het algemeen weinig bijwerkingen, maar ze moeten vaak wel in relatief steeds hogere doses worden ingenomen omdat gewenning optreedt. Hierdoor kunnen vermoeidheid en slaperigheid ontstaan. Antihistaminica werken gemiddeld 24 uur en beginnen hun werking ongeveer een uur na inname.
Er zijn dus verschillende antihistaminica op de markt die wat betreft werkzaamheid niet zo veel van elkaar verschillen. Toch reageert iedereen anders op medicatie en soms zal proefondervindelijk moeten worden vastgesteld welk medicijn het meest geschikt is. Voor mensen met een pollenallergie is er gelukkig wel hoop voor de toekomst. Inmiddels staat vast dat een dergelijke allergie geen heel leven duurt, maar gemiddeld zo’n dertig jaar.