Je staat er vast niet dagelijks bij stil dat wij mensen omringd worden door miljoenen kleine beestjes ook wel mijten genoemd. Mijten, oftewel acariformes, zijn hele kleine geleedpotigen en ze zijn familie van de teken. Op dit moment zijn er meer dan 45.000 soorten van bekend, maar onderzoekers denken dat het grootste deel van alle mijtensoorten nog onbekend is. Het bestuderen van mijten is een heuse wetenschap met de naam acarologie en valt onder die van de spinnenbestudeerders; de arachnologie.
Tekst gaat verder onder de video
Mijten zijn over het algemeen niet met het blote oog te zien, omdat ze meestal een stuk kleiner zijn dan een millimeter. Ze bewegen zich, voor ons doen langzaam, maar gezien hun afmeting best snel, voort op acht poten, leggen talloze eitjes en voeden zich met huidschilfers van dieren en met dode planten.
Ondanks dat er vele soorten mijten op de wereld vertoeven, zijn er maar een paar (bekend) waar wij als mens mee in aanraking komen. Dit zijn de bij de meesten wel bekende huisstofmijt, de haarfollikelmijt en de schurftmijt. De een komt wat vaker voor dan de ander. Zo is iedereen vergeven van de huisstofmijt en de haarfollikelmijt, maar zal het merendeel van ons de schurftmijt niet tegenkomen (gelukkig maar). De vraag is wel waarom zijn er zoveel mijten in onze omgeving actief en waarom is een te veel niet zo goed voor onze gezondheid?
De huisstofmijt
Huisstofmijten luisteren naar de mooie naam Dermatophagoides pteronyssinus en zijn ongeveer 0,3 mm groot. Deze grootte betekent dat je als je heel goed kijkt, je een huisstofmijt met het blote oog kunt waarnemen als een klein wittig puntje. Hij leeft graag in een omgeving waar de luchtvochtigheid in ieder geval boven de 60% is en waar de temperatuur over het algemeen tussen de 20 en de 30º C. ligt. Een huisstofmijt wordt in ongeveer vier weken volwassen en leeft vervolgens maximaal drie maanden. Omdat ze niet tegen daglicht kunnen, leven ze het liefst in het donker. Ze onttrekken direct vocht uit de lucht, omdat ze niet kunnen drinken en hun voornaamste voedselbron is het eten van huidschilfers van mensen en dieren. Dit is ook de reden waarom ze met name in ons bed aanwezig zijn. Matrassen en hoofdkussens zijn bezaaid met huidschilfers en omdat we tijdens onze slaap ook nog eens vocht verliezen, is het bed dé ideale plek om je als huisstofmijt te goed te doen.
Huisstofmijten laten net als wij uitwerpselen achter en daarnaast vervellen ze ook nog eens een aantal keer tijdens hun groei. Het inademen hiervan leidt bij zo’n 5 tot 10% van ons mensen tot allergische klachten, als astma en eczeem. Om de hoeveelheid huisstofmijten in de slaapkamer te beperken en zo allergische reacties te verminderen of te voorkomen, is het verstandig om het beddengoed zeer regelmatig op minimaal 60º C. te wassen.
De haarfollikelmijt
De haarfollikelmijt, de Demodex folliculorum, leeft met name op ons lijf en wel in de haarzakjes en de talgklieren in ons gezicht. Een variant: de Demodex brevis, bevindt zich voornamelijk in de haarzakjes van onze oogwimpers. Waarom ze zich daar ophouden is niet precies bekend, wel is bekend dat ze weinig kwaad kunnen totdat het er te veel worden. Dit gebeurt soms bij een verminderde weerstand of stress. Bij te veel Demodex mijten gaat de huid allergisch reageren. Korstvorming, rode bultjes, soms met pus en jeuk zijn het gevolg. De verschijnselen hebben veel wel van die van rosacea. Een besmetting door de haarfollikelmijt wordt behandeld met een anti-mijt crème. Soms werkt dit onvoldoende en is een tablettenkuur noodzakelijk.
Schurft
De Sarcoptes Scabeii – de schurftmijt – is een niet zo onschuldige mijt als zijn hierboven beschreven soortgenoten. Deze mijt die scabiës oftewel schurft veroorzaakt, is heel besmettelijk. Zijn leven bestaat uit het in de huid gangen graven, waar hij vervolgens eitjes legt, die na het uitkomen de graaftaak vrolijk overnemen, waardoor een heel gangenstelsel ontstaat. Na een aantal weken ontstaan er, als allergische reactie op de mijten en hun uitwerpselen, rode bultjes die jeuk geven. Deze jeuk is met name ’s nachts, zo hevig dat men wel moet krabben, waardoor de huid opengaat en nog extra gaat ontsteken.
Schurft gaat helaas niet vanzelf over en is ook nog eens heel erg besmettelijk. Overdracht vindt plaats door regelmatig intensief lichamelijk contact (langer dan 15 minuten), zoals bij lichamelijke verzorging, bij seksueel contact of gezamenlijk gebruik van een bed, knuffels en verkleedkleren (bron: RIVM). Schurft wordt bestreden met een speciale crème en/of met tabletten. Iedereen die langdurig met iemand met schurft in contact is geweest moet mee behandeld worden, ook al zijn er misschien geen klachten, dit om herbesmetting te voorkomen.