Een vleesboom, ook myoom genoemd is een goedaardige bal van spiercellen in de spierlaag van de baarmoeder. Een baarmoeder, in het Latijn uterus, heeft in normale toestand de grootte van ongeveer een peer en ligt – alleen bij vrouwen – in de bekkenholte tussen de blaas en de endeldarm. De baarmoeder bestaat uit twee delen; het baarmoederlichaam en de baarmoederhals. In het lichaam, dat via de eileiders in verbinding staat met de eierstokken, kan een bevruchte eicel zich innestelen en uitgroeien tot een baby.
Het baarmoederlichaam bestaat uit drie lagen spierweefsel. De buitenste laag is glad spierweefsel en bedoeld om de baby uit te drijven tijdens de geboorte. De tweede laag bevat zowel spierweefsel als bloedvaten en de derde laag is gemaakt van ringvormig spierweefsel. De binnenste laag van het lichaam is het baarmoederslijmvlies, ook endometrium genoemd.
Een vleesboom kan zowel aan de buitenkant van de baarmoeder, als aan de binnenkant groeien. Daarnaast kan het ook in de wand zelf groeien. De grootte varieert van enkele millimeters tot wel tien centimeter. Tot op heden is niet bekend waarom vleesbomen ontstaan. We weten wel dat ze onder invloed van vrouwelijke hormonen (oestrogeen en progesteron) staan.
Vleesbomen komen veel voor. In Nederland heeft zo’n 20 tot 30% van de vrouwen een of meer vleesbomen. Bij vrouwen met een Afrikaanse achtergrond is dit zelfs 60%. Als een vleesboom niet al te groot is, heeft hij vaak weinig tot geen klachten. Het komt dan ook regelmatig voor dat een vleesboom per toeval wordt ontdekt. Als er wel klachten zijn, dan gaat het meestal over veel bloedverlies tijdens de menstruatie en hevige menstruatiepijn. Soms gaat dit gepaard met een drukkend gevoel in de buik, met lage rugpijn en soms ook met pijn bij het vrijen.
Een vleesboom is vrijwel altijd goedaardig en als er slechts weinig klachten zijn, hoeft er geen behandeling plaats te vinden. Zijn er wel flinke klachten dan zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Zo kunnen vleesbomen met medicijnen behandeld worden en ook kan er een embolisatie of operatie plaatsvinden.
Een behandeling met medicijnen
Voor de behandeling met medicijnen bestaat de keuze uit medicijnen met of zonder hormonen. Over het algemeen blijft bij een medicijnbehandeling de vleesboom bestaan, maar het bloedverlies en de pijn nemen af. Wordt er gestopt met de medicatie dan komen de klachten vaak weer terug.
Medicijnen zonder hormonen zijn: NSAID’s (Niet Steroïde Anti-Inflammatoire Drugs) als diclofenac, ibuprofen en naproxen. Tranexaminezuur, een medicijn dat ervoor zorgt dat het bloed sneller stolt, waardoor bloedverlies verminderd wordt. Bestaat er een verhoogde kans op trombose dan wordt dit medicijn niet voorgeschreven.
Medicijnen met hormonen zijn: de anticonceptiepil, progesteronpreparaten als het Mirena-spiraaltje en GnRH-analogen. Deze laatste zijn medicijnen die ervoor zorgen dat de eierstokken geen hormonen aanmaken. Bij het gebruik van GnRH-analogen, die men toedient via een injectie, komt iemand kunstmatig in de overgang. Dit verdwijnt weer als met het spuiten wordt gestopt.
Helpen medicijnen onvoldoende of is de vleesboom zo groot dat er meerdere klachten zijn, dan is een operatie het overwegen waard. Hierbij kan men of de vleesboom of de gehele baarmoeder verwijderen. Ook kan een vleesboom in een aantal gevallen geëmboliseerd worden. Bij een embolisatie worden kleine spiraaltjes, coils genoemd, in enkele bloedvaten van de baarmoeder gebracht. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving via een ader in de lies. Deze ingreep wordt altijd uitgevoerd door een radioloog. Na afloop is een aantal dagen pijnstilling noodzakelijk. Dit omdat het weefsel van de vleesboom geen bloed meer krijgt en hierdoor afsterft. Een embolisatie wordt alleen uitgevoerd als er geen kinderwens meer aanwezig is.
Wil je meer weten over vleesbomen, dan kun je hiervoor terecht bij je huisarts of je gynaecoloog. Voor meer informatie over medicatie neem je contact op met je apotheker.