Je loopt er gemakkelijk eentje op; een wondje. Je snijd je in je vinger tijdens het koken, je loopt een eerstegraads brandwond op of je schaaft je huid omdat je ergens over struikelt. Vaak zijn deze wondjes (gelukkig) niet zo diep en hoeft er in principe geen arts gezien te worden om de wond te lijmen of te hechten. Maar het is wel verstandig een dergelijke wond goed te verzorgen, zodat hij goed kan genezen en er minder kans bestaat op het ontstaan van een ontsteking of een litteken.
Een wond geneest in drie verschillende fases, waarbij de tijd waarin dit gebeurt, onder andere, afhankelijk is van de grootte van de wond en van eventueel medicijngebruik, zoals bloedverdunners. Ook kan onderliggend lijden – een ziekte of aandoening als diabetes – de wondgenezing sterk beïnvloeden.
Fase 1
Direct na het ontstaan van een wond gaat het lichaam hierop reageren. De eerste reactie is een vaatvernauwing in de huid om te voorkomen dat de wond zich uitbreidt. Niet lang daarna verwijden de vaten zich weer. Al snel ontstaat er een ontstekingsreactie; de wond ziet rood en voelt warm aan en soms wordt ook pijn gevoeld. Vaak is er ook een zwelling zichtbaar. De ontstekingsreactie is een natuurlijke reactie waarmee het lichaam de wond schoonmaakt, waarna het bloed stolt en er korstvorming volgt.
Fase 2
Twee tot drie dagen na het ontstaan van de wond, heeft het lichaam alle, in de wond aanwezige, bacteriën wel zo’n beetje opgeruimd en kan het echte genezen beginnen. Er vormen zich nieuwe bloedvaten en het kapotte weefsel wordt vervangen door nieuw weefsel, dat met een mooie term granulatieweefsel wordt genoemd. Als er voldoende van dit weefsel is gevormd, dan gaat ook de opperhuid nieuwe cellen aanmaken, waarna de wond vanzelf dichtgroeit.
Fase 3
Uiteindelijk zal het, nadat de wond gesloten is, nog wel een poosje duren voordat de wond niet meer zichtbaar is. In een aantal gevallen ontstaat er een litteken dat wel zichtbaar blijft en dat in de loop van de tijd zal verkleuren van rood naar wit. Dit kan soms wel twee jaar duren.
De verzorging van kleine wonden
Als je een kleine wond oploopt, dan kun je die in de meeste gevallen zelf goed (laten) verzorgen:
- Was, voordat je hiermee aan de gang gaat, altijd goed je handen.
- Spoel vervolgens de wond schoon met langzaam stromend lauw water.
- Dep hierna de wond goed droog met een steriel gaascompres.
- Plak de wond af met een steriele pleister of met steriel verband
- Gebruik geen alcohol om de wond schoon te maken.
Soms gaat een wondje, ondanks alle goede zorgen, toch ontsteken. Dit wordt dan veroorzaakt door bacteriën die in de wond zijn achtergebleven en die zich hebben vermenigvuldigd. Een infectie is eenvoudig te herkennen aan:
- Pijn, roodheid en soms ook pusvorming;
- Een gezwollen, warme huid rondom de wond;
- Verhoging of koorts;
- Een ziek gevoel.
Als een infectie steeds erger wordt of als deze na zeven dagen nog bestaat, dan is het verstandig om advies van de huisarts te vragen. Soms moet dan bepaald worden welke bacterie verantwoordelijk is voor de infectie, zodat een adequate behandeling met bijvoorbeeld een antibioticum, kan worden ingezet.
Nog een vijftal tips voor een goede wondgenezing
1. Drink voldoende vocht (water); minimaal 1½ liter per dag. Hierdoor worden afvalstoffen beter uit het lichaam verwijderd. Als de wond wondvocht lekt, drink dan meer.
2. Eet gezond; tijdens wondgenezing verbruikt het lichaam extra energie en ook zijn extra eiwitten nodig voor de aanmaak van nieuw weefsel.
3. Rook niet; roken zorgt voor een vernauwing van de bloedvaten waardoor de wond minder gemakkelijk geneest. Ook komen er giftige stoffen vrij die schadelijk zijn voor de genezing.
4. Laat pleister of verband zoveel mogelijk zitten. Zo krijgt een besmetting minder kans.
5. Vermijd zoveel mogelijk stress. Stress zorgt, net als roken, voor een vernauwing van de bloedvaten, waardoor een genezing minder vlot verloopt.
Tot slot
Als je problemen hebt bij de wondbehandeling of vragen over het genezingsproces, neem dan contact op met je huisarts. Voor producten, nodig voor een goede wondverzorging, kun je terecht bij de apotheker.