Als mensen – vaak op wat oudere leeftijd – vergeetachtig worden, wordt er al snel gesproken over de ziekte van Alzheimer. En dat is ook niet zo vreemd want op dit moment (2021) lijden wereldwijd ruim 47 miljoen mensen aan Alzheimer en krijgt een op de vijf deze ziekte. Naar verwachting zal dit aantal in de komende jaren, mede door de vergrijzing, nog verdubbelen. De ziekte maakt geen verschil tussen mannen en vrouwen maar toch is ongeveer 70% van de mensen met Alzheimer vrouw. Dit omdat de ziekte in aantal toeneemt met de leeftijd en vrouwen gemiddeld langer leven. Wat houdt het hebben van Alzheimer eigenlijk in en hoe herken je de symptomen?
Tekst gaat verder onder de video
De ziekte van alzheimer is een van de vijftig verschillende vormen van dementie. Het is meteen ook de meest voorkomende vorm, naast vasculaire dementie die veroorzaakt wordt door problemen in de doorbloeding van de hersenen, en Lewy body dementie, waarbij ook Parkinsonachtige verschijnselen optreden. Dementie wordt veroorzaakt door het kapotgaan van zenuwcellen of van verbindingen tussen deze cellen. Hierdoor gaan de hersenen steeds minder goed functioneren, waardoor geheugenverlies, taalproblemen en oriëntatiemoeilijkheden optreden. De ziekte is vernoemd naar de Duitse psychiater en neuropatholoog Aloïs Alzheimer die leefde van 1865 tot 1915. Hij onderzocht hersenen van overleden patiënten en trok conclusies uit wat hij als overeenkomstig zag.
Bèta-amyloïde eiwit
Wat het kapotgaan van de zenuwcellen precies veroorzaakt, is ruim 115 jaar na zijn ontdekking in 1906, nog steeds niet bekend. Wel is inmiddels duidelijk dat bij alle Alzheimerpatiënten een verhoogde concentratie van twee verschillende eiwitten in de hersenen wordt aangetroffen. Het bèta-amyloïde eiwit en het Tau-eiwit. Daarnaast speelt waarschijnlijk een afname van bepaalde boodschapperstoffen (neurotransmitters) een rol. Hierdoor kunnen signalen in de hersenen niet goed worden overgebracht. Ook is inmiddels bekend dat neuro-inflammatie – een ontsteking in het zenuwgestel die veroorzaakt wordt door een ontregeld immuunsysteem - een bijdrage levert aan het ontstaan van Alzheimer.
Het is nog steeds niet duidelijk waardoor een stapeling van onder meer bèta-amyloïde optreedt. Er wordt namelijk geen extra hoeveelheid van dit eiwit in het lichaam aangemaakt. Wel is bekend dat het niet voldoende wordt afgebroken en hierdoor valt Alzheimer deels in de categorie van de stofwisselingsziekten.
De vraag wordt vaak gesteld of Alzheimer erfelijk is. Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat er een verhoogde kans is op het ontwikkelen van Alzheimer als er bij eerstegraads familieleden Alzheimer voorkomt. De kans is dan drie tot tien keer verhoogd. Soms is de ziekte ‘dominant’ aanwezig in de genen, wat kan leiden tot dementie op relatief jonge leeftijd (vanaf 30 jaar).
Meestal is vergeetachtigheid het eerste symptoom dat zich openbaart bij Alzheimer. Helaas is de ziekte dan al een aantal jaren actief en zijn er al vele hersencellen afgestorven. Beetje bij beetje wordt vervolgens het kortetermijngeheugen minder, worden dagelijkse routinetaken moeilijker en veranderen uitingen ten aanzien van gevoel en gedrag. De ziekte kent van persoon tot persoon een verschillend verloop, maar is wel altijd een progressief proces dat niet gestopt kan worden. Bij sommigen kan het wel enigszins vertraagd worden door het gebruik van medicatie.
De drie fases van Alzheimer
Het verloop van de ziekte van Alzheimer kan grofweg ingedeeld worden in drie fasen die elk enkele jaren kunnen duren.
Fase 1 – de symptomen
Fase 1 wordt ook wel het stadium van vroege dementie genoemd. Symptomen die deze fase kenmerken zijn:
- Geheugenstoornissen
- Gedragsstoornissen
- Problemen bij het uitvoeren van (moeilijke) taken
- Woordvind problemen
- Afname in contact met anderen.
Fase 2 - de symptomen
Fase 2 staat bekend als het midden stadium. Specifieke kenmerken die bij deze periode horen zijn:
- Verandering in persoonlijkheid
- Prestatieverlies
- Het nodig hebben van ondersteuning bij de uitvoer van alledaagse praktische zaken.
Fase 3 – de symptomen
Fase 3 wordt het late stadium genoemd. In deze fase is:
- Het onmogelijk te leven zonder hulp
- Niet mogelijk zelfstandig te zorgen voor eigen persoonlijke hygiëne
- Het kortetermijngeheugen volledig verdwenen.
Tijdens deze verschillende stadia hebben veel patiënten met Alzheimer gemeen dat ze last hebben van anosognosie, wat betekent dat er geen eigen ziekte inzicht is en dat de ernst van de aandoening wordt onderschat.
Medicijnen bij Alzheimer
Tot op heden is de ziekte van Alzheimer niet te genezen, alleen in een aantal gevallen te vertragen met medicijnen. Medicijnen die hiervoor worden ingezet behoren tot de cholinesteraseremmers. Zij remmen het enzym cholinesterase dat de boodschapperstof acetylcholine afbreekt. Dit betekent dat de neurotransmitter acetylcholine weer in toenemende mate beschikbaar komt voor signaalverwerking in de hersenen. Helaas ervaren veel patiënten bijwerkingen en is het nog niet genoeg effectief gebleken in de late fase van Alzheimer. In deze fase worden medicijnen met de stof memantine voorgeschreven. Het gebruik van deze medicijnen ondersteunt de uitvoering van dagelijkse bezigheden.
Het krijgen van dementie kan helaas niet worden voorkomen, maar een gezonde levensstijl draagt wel bij aan ‘hersengezondheid’. Daarom is het verstandig om algemene risicofactoren, die ook hart- en vaatziekten veroorzaken, zoveel mogelijk te voorkomen. Hieronder vallen roken, zwaarlijvigheid, hoge bloeddruk, diabetes en lichamelijke inactiviteit. Ook het onderhouden van sociale contacten lijkt van groot belang voor een goede ‘brain health’.