Net als bij depressies komen angststoornissen en fobieën relatief vaak voor. Wist u dat maar liefst een op de vijf Nederlanders er in een of andere vorm bewust of onbewust mee te maken krijgt? Maar wat zijn angststoornissen nu precies?
Het woord angststoornis is eigenlijk een verzamelnaam. Hieronder worden onder andere paniekstoornissen, straatvrees, dwangstoornissen, piekerstoornissen en zelfingebeelde lelijkheid verstaan. Wat ze gemeen hebben, is dat het draait om het hormoon adrenaline, ook wel het vecht of vlucht hormoon genoemd. Dit hormoon komt onder andere vrij in angstsituaties en helpt ons te reageren op gevaar. Angst is een emotie, moeilijk gezegd is het een subjectief gevoel dat spontaan ontstaat of opgeroepen kan worden en waarbij lichamelijke reacties optreden. Door het vrijkomen van adrenaline wordt het lichaam alert, gaat het hart sneller kloppen, stijgt de bloeddruk en spannen de spieren zich aan. In de meeste gevallen een hele gezonde reactie, zodat je kunt maken dat je wegkomt bijvoorbeeld.
Echter soms treden deze verschijnselen ook op in situaties waarin er helemaal geen sprake is van gevaar. Bijvoorbeeld als iemand iets moet vertellen voor een grotere groep en bang is niet uit zijn of haar woorden te komen. Er ontstaat een panieksituatie die er soms zelfs toe leidt dat mensen degelijke situaties gaan vermijden. En in het ergste geval durft iemand zelfs de straat niet meer op of ligt nachtenlang wakker van het gepieker.
De symptomen zijn heel erg serieus en alhoewel veel mensen zullen denken dat het ‘tussen de oren’ zit en dat het gemakkelijk op te lossen moet zijn door situaties gewoon aan te gaan en je niet zo aan te stellen, zijn de klachten wel degelijk heel echt en is een ‘mindset’ niet meteen een oplossing voor het adrenaline probleem.
Nicolaas Beets
Het is wel zo dat voor de meeste mensen - en dit zijn twee keer zoveel vrouwen als mannen - met een angststoornis geldt dat men vooral bang is voor een volgende situatie waarin een aanval op kan treden. Nicolaas Beets zei het al ‘de mens lijdt het meest van het lijden dat hij vreest’. Men wordt bij voorbaat bang voor de mogelijke eigen reactie, zoals blozen, trillen of zweten en hierdoor gaat men zich bij voorbaat anders gedragen.
Toch zijn er wel mogelijkheden om te leren omgaan met een angststoornis en er mee te leven of het zelfs over te laten gaan. Naast gerichte medicatie is een eerste stap hiertoe erover praten. De angst en de situatie benoemen, kan vaak al een heleboel verhelderen. Ook het aanbrengen van een regelmatige structuur in de dag, zoals een vaste tijd om te gaan slapen en op te staan, van maaltijden, bewegen en ontspannen, maakt de omgang met een angststoornis gemakkelijker. En last but not least er zoveel mogelijk over te weten komen helpt, zodat je weet dat je niet de enige bent die hier last van heeft. Voor meer informatie over angststoornissen kun je terecht op www.thuisarts.nl