Buikgriep, waarmee eigenlijk een ontsteking van het maagdarmkanaal bedoeld wordt, komt overal ter wereld veelvuldig voor. In Nederland alleen al krijgen per jaar zo’n 4,5 miljoen mensen buikgriep (Bron: RIVM). Een half miljoen hiervan heeft de buikgriep opgelopen door het zeer besmettelijke norovirus. Het norovirus is een virus dat zich zeer snel verspreid via besmet eten, via ontlasting of via contact met iemand die al besmet is. De naam noro is afkomstig van Norwalk, een plaats in Ohio, Verenigde Staten. Hier werd het virus in 1972 voor het eerst ontdekt. Opvallend is dat het virus vooral voorkomt onder mensen die zich in groepen vlak bij elkaar bevinden, zoals in scholen of in verzorgingstehuizen. Dit leidt regelmatig tot flinke brandhaarden.
Symptomen
De symptomen van het virus beginnen al snel na de besmetting. Meestal ontstaan ze al binnen 24 uur, maar altijd binnen drie dagen. Vaak begint het met misselijkheid, hoofdpijn en buikpijn, waarna diarree (die soms groenig van kleur is) volgt. Veel mensen moeten ook overgeven en hebben (lichte) koorts, spierpijn en soms een duizelig gevoel.
Ben je besmet geraakt met het norovirus dan ben je zelf weer voor langere tijd besmettelijk, soms zelfs wel veertien dagen. Omdat de eigen klachten dan meestal al lang verdwenen zijn, worden de hygiëneregels, die juist goed gehanteerd moeten worden om besmetting te voorkomen, soms wat losgelaten. Dit met alle gevolgen van dien.
Uitzieken is het medicijn
De klachten die het norovirus geeft, zijn niet te bestrijden met een medicijn. Ook is er geen vaccin beschikbaar dat voorkomt dat iemand ziek wordt van een besmetting met het virus. Er zit dan ook niets anders op dan uit te zieken. Gelukkig duren de ziekteverschijnselen meestal niet langer dan een dag of vier, hoewel men in deze dagen vaak wel echt heel ziek is. Het is in deze periode erg belangrijk om zo veel mogelijk te drinken om uitdroging door diarree en braken te voorkomen. Lukt het niet om voldoende vocht binnen te houden, omdat men bijvoorbeeld steeds moet overgeven, dan is soms een ziekenhuisopname noodzakelijk zodat via een infuus vocht toegediend kan worden.
Complicaties
De belangrijkste complicatie die bij een norovirusbesmetting voorkomt, is de hierboven al genoemde uitdroging. Uitdroging geeft weer andere symptomen die boven op de symptomen van het virus komen. Het is van belang om heel alert te zijn op verschijnselen als lusteloosheid, weinig plassen (oligurie), donkere urine, een droge mond en een droge keel. Treden deze symptomen op dan is het altijd belangrijk om direct de huisarts te waarschuwen.
Helaas is een besmetting met het norovirus moeilijk te voorkomen. Het virus gedijt namelijk zowel bij koude als bij warme temperaturen en het is ook nog eens resistent tegen de meeste ontsmettingsmiddelen. Het is dan ook altijd verstandig om iemand die besmet is met het norovirus een tijdje te ‘isoleren’, van een apart toilet gebruik te laten maken en een goede hygiëne in acht te nemen. Ook als de ziekteverschijnselen inmiddels verdwenen zijn.