Linksachter boven in de buik, net voor de wervelkolom, ligt onze alvleesklier, in medische termen de pancreas. De naam pancreas is Latijn, maar komt oorspronkelijk uit het Grieks; pan = alles en kreas = vlees. Het is een orgaan dat met vijftien centimeter lengte en een dikte tussen de één en drie centimeter, een behoorlijke ruimte inneemt. Een alvleesklier weegt ongeveer honderd gram.
De alvleesklier heeft een zeer belangrijke functie. Naast dat hij helpt bij onze spijsvertering, worden er in de alvleesklier ook hormonen (insuline) aangemaakt die onze bloedsuiker regelen. Speciale klieren – exocriene klieren genoemd – produceren iedere dag tussen de 1,5 en 3 liter alvleeskliersap. In dit sap zitten bicarbonaat, dat nodig is voor het neutraliseren van het maagzuur, en enzymen die helpen bij het verteren van suikers, eiwitten en vetten.
Via een ‘afvoergang’ druppelt het sap rechtstreeks in de twaalfvingerige darm (het duodenum) die zich tussen de maag en de dunne darm bevindt. Deze twaalfvingerige darm heeft zijn naam te danken aan zijn lengte: 20 tot 25 centimeter, wat vroeger 12 vingerbreedtes was, een maat die lange tijd in de chirurgie gehanteerd werd.
In deze twaalfvingerige darm wordt, met behulp van het bicarbonaat uit het alvleeskliersap, de zure maaginhoud geneutraliseerd, zodat het de dunne en dikke darm niet beschadigt. Ook worden hier de spijsverteringsenzymen pas actief. Dit is om te voorkomen dat de eigen enzymen de alvleesklier zelf afbreken. De enzymen bestaan uit eiwitsplitsers, vetsplitsers en koolhydraatsplitsers.
Bloedsuiker
Naast exocriene klieren, zitten er in de alvleesklier ook endocriene klieren die de eilandjes van Langerhans worden genoemd. Deze eilandjes produceren insuline (insula betekent eiland) en glucagon, die rechtstreeks aan het bloed worden afgegeven. Dit gebeurt om ervoor te zorgen dat de bloedsuikerspiegel op peil blijft. Als de bloedsuikerspiegel daalt, gaat de alvleesklier glucagon afscheiden, waarna de lever opgeslagen glycogeen omzet in glucose om de bloedsuikerspiegel weer te laten stijgen. Stijgt de bloedsuikerspiegel door het eten van koolhydraten dan wordt de insulineproductie geactiveerd en wordt glucose aangemaakt, nodig voor de stofwisseling.
Net als andere organen kan ook de alvleesklier gaan ontsteken. We onderscheiden twee verschillende soorten ontstekingen: een acute en een chronische alvleesklierontsteking (pancreatitis).
Acute pancreatitis
We schreven hierboven dat de enzymen gemaakt in de alvleesklier die nodig zijn voor de stofwisseling, pas actief worden in de twaalfvingerige darm. Dit om te voorkomen dat ze de alvleesklier zelf afbreken. Soms gaat er echter wat mis in dit proces en worden de enzymen al actief in de alvleesklier. Dan wordt het eigen weefsel langzaam ‘opgegeten’ wat een ontsteking tot gevolg heeft. Er zijn hiervoor verschillende oorzaken aanwijsbaar:
- Galstenen - deze kunnen de afvoergang verstoppen, zodat het alvleeskliersap niet uit de alvleesklier kan weglopen;
- Roken - door roken kan er een zuurstoftekort in de alvleesklier ontstaan;
- Alcohol – langdurig dagelijks drinken van alcohol verhoogt de kans op een ontsteking;
- Een virusinfectie, zoals de bof;
- Een stofwisselingsziekte;
- Als bijwerking van bepaalde medicijnen.
De klachten die horen bij een acute alvleesklierontsteking zijn: een acute zeer hevige pijn in de bovenbuik die kan uitstralen naar de rug, de schouders en de zij. Over het algemeen heeft iemand geen zin in eten, omdat de pijn na iets eten verergert. Ook is er meestal sprake van koorts en soms ook van een versnelde ademhaling. Soms leidt een acute alvleesklierontsteking tot geelzucht, omdat de galwegen door de zwelling van de kop van de alvleesklier worden dichtgedrukt of tot niet goed functionerende nieren.
Heb je een acute alvleesklierontsteking dan is opname in het ziekenhuis noodzakelijk. Hier worden vervolgens vocht en pijnstillers toegediend. Als galstenen de oorzaak zijn van de ontsteking, dan worden deze meestal operatief verwijderd en soms gebeurt dit dan in combinatie met de galblaas.
Chronische pancreatitis
Bij een chronische alvleesklierontsteking houdt een ontsteking langdurig aan of komt regelmatig terug. Hierdoor zal uiteindelijk blijvende schade aan de alvleesklier ontstaan. Meestal uit een chronische ontsteking zich in pijn en in spijsverteringsproblemen, zoals een vettige ontlasting of suikerziekte en gewichtsverlies. Medicijnen die alvleesklierenzymen aanvullen, zullen worden toegediend en vaak is pijnbestrijding noodzakelijk. In enkele gevallen wordt de alvleesklier (deels) verwijderd.
Een ontsteking van de alvleesklier is een ernstige aandoening die veel zorg en aandacht vraagt tijdens de behandeling ervan.
Tot slot
Heb je vragen over een alvleesklierontsteking of over het spijsverteringsstelsel in het algemeen, stel deze dan aan een arts. Voor informatie over medicijnen, bijvoorbeeld met betrekking tot pijnverlichting, kun je terecht bij de apotheker.