Cholesterol is een vet dat een belangrijke bouwstof vormt voor onze lichaamscellen en hormonen en dat van nature in de juiste hoeveelheid door ons lichaam in de lever wordt aangemaakt. Soms zit er echter te veel cholesterol in ons bloed, bijvoorbeeld omdat we dit via ons voedsel hebben binnengekregen of vanwege het hebben van een aandoening genaamd familiaire hypercholesterolemie. In de afgelopen jaren schreven we hier al enkele blogs over, zoals: ‘Cholesterol, waarom een teveel niet goed is’ (2019) en ‘Familiare hypercholesterolemie’(2023).
In beide blogs schreven we dat een te hoog cholesterolgehalte vaak te lijf wordt gegaan met cholesterolverlagende medicijnen, over het algemeen behorende tot de groep van medicijnen met de naam statine. In deze blog vertellen we meer over deze statines, hoe ze werken, wat de bijwerkingen zijn en wanneer je ze het beste in kunt nemen.
Als er een teveel aan cholesterol in de bloedbaan aanwezig is, kan het cholesterol zich hier gaan ophopen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er beschadigingen in de vaatwand van een slagader aanwezig zijn. Het cholesterol blijft hier als het ware aan vastplakken en op deze manier slibt een slagader langzaam dicht. Dit wordt slagaderverkalking genoemd. Als een slagader een heel eind is dichtgeslibd dan kan er niet genoeg zuurstofrijkbloed meer doorheen stromen, met als gevolg dat organen niet van voldoende zuurstof worden voorzien, waardoor ze, in het ergste geval, zelfs kunnen afsterven en er bijvoorbeeld een hartinfarct optreedt.
Door het gebruik van een statine, zoals simvastatine, atorvastatine, rosuvastatine, pravastatine of fluvastatine, kan de hoeveelheid aanwezig cholesterol in het bloed worden verlaagd. Een statine remt namelijk in de lever het enzym, met de mooie naam HMG-CoA-reductase (3-hydroxy-3-methylglutaryl co-enzym A reductase), dat nodig is om cholesterol te produceren. Hierdoor wordt er wel 25 tot 45 procent minder cholesterol aangemaakt. Daarnaast zorgt een statine ervoor dat er extra LDH-cholesterol (lage-dichtheids-lipoproteïne) uit het bloed wordt opgenomen. De eerste statine kwam in 1987 op de markt onder de naam lovastatine. De werkzame stof hierin, Monacoline K, komt van nature voor in schimmels, als de Aspergillus Terreus, in oesterzwammen en in rode gist rijst (gefermenteerde rijst).
Het gebruik van rode gist rijst als natuurlijke cholesterolverlager in plaats van een statine is in Nederland omstreden. Het mag worden verkocht als voedingssupplement, maar de hoeveelheid Monacoline K erin is niet gestandaardiseerd, waardoor iedere pil een andere hoeveelheid kan bevatten. Hierdoor kunnen ernstige bijwerkingen optreden, die deels overeenkomen met de bekende bijwerkingen van statines (zie hieronder), maar ook kunnen leiden tot een stollingsprobleem van het bloed of tot een alvleesklierontsteking (bron: Bijwerkingencentrum Lareb).
Bijwerkingen
Het vervelende van statines is dat ze nogal eens bijwerkingen veroorzaken. Met name spierpijnen en spierkrampen worden door meer dan 20 procent van de gebruikers gemeld. Ook zien we regelmatig maag- en darmklachten, vermoeidheid, duizeligheid en hoofdpijn. Inmiddels is uit wetenschappelijk onderzoek, door onder andere het Radboudumc in Nijmegen, duidelijk geworden waardoor statines bij relatief veel mensen spierpijnen en/of spierkrampen veroorzaken. In het lichaam komen statines in twee verschillende vormen voor; als een zuur en als een lacton, een organische verbinding van een zuur met alcohol of koolhydraten. De zuurvorm is verantwoordelijk voor de cholesterolverlaging, maar de lacton doet dit niet. Lacton tast echter wel de energiefabriekjes van de cellen (de mitochondriën) aan, waardoor deze minder goed kunnen functioneren omdat ze minder energie produceren.
Er is anno nu helaas nog geen therapie voorhanden die de spierpijn / spierkramp kan verminderen, anders dan de dosering van de statine aan te passen. Onderzocht wordt of lichamelijke duurtraining, waarbij de spieren getraind worden, de pijn en/of kramp kan doen laten afnemen. Lange tijd werd gedacht dat het voedingssupplement Q10 een bijdrage kon leveren aan het verminderen van de klachten. Dit middel dringt echter niet diep genoeg door in de spiercellen om effectief te kunnen zijn.
Grapefruit en mineola
Gebruik je statines om je cholesterol te verlagen dan wordt het afgeraden om grapefruit te eten of het sap te drinken. Dit geldt voor zowel vers sap als voor sap uit een pak. In grapefruit zit een stofje, furanocoumarine, dat het enzym CYP3A4 blokkeert. Dit enzym is belangrijk voor de afbraak van medicijnen in het lichaam. Afbraak is nodig, omdat anders medicijnen gaan stapelen en er een teveel aan medicijn in het bloed komt, met alle gevolgen, zoals stevige bijwerkingen, van dien. Het advies om geen grapefruit te eten, geldt ook voor mineola, een kruising tussen een mandarijn en een grapefruit.
Het innemen van statines
Het is verstandig om een statine iedere dag in te nemen en dit op een vast moment, liefst in de avond voor het slapengaan te doen. In de nacht maakt de lever namelijk meer cholesterol aan.
Tot slot
Heb je vragen over je cholesterolwaarden, stel deze dan aan je huisarts. Wil je meer informatie over statines en de eventuele bijwerkingen of wil je meer weten over het gebruik van medicijnen in het algemeen, neem dan contact op met je apotheker.