Glaucoom is een ziekte van het oog waarbij de oogzenuw beschadigd raakt. Hierdoor valt langzaam het gezichtsveld uit. Wereldwijd is glaucoom de grootste oorzaak van blindheid en van slechtziendheid. Dit komt omdat glaucoom vaak niet op tijd opgemerkt wordt omdat het gezichtsveld heel geleidelijk minder wordt.
De precieze oorzaak van glaucoom is tot op heden onbekend, maar in de meeste gevallen speelt in ieder geval een verhoogde oogdruk een rol. Die verhoogde oogdruk ontstaat omdat de afvoer van kamerwater in het oog niet goed verloopt. Hierdoor neemt de hoeveelheid kamerwater in het oog toe en wordt de druk in het oog hoger. Dit zorgt er vervolgens voor dat de oogzenuw langzaam beschadigd raakt. Er sterven vezels af, waardoor het gezichtsveld minder wordt.
Het oog
Een oog is een bolvormig zintuig van ongeveer 2,3 centimeter doorsnede. De voorste laag van het oog bestaat uit hoornvlies, dat het oog beschermt tegen de buitenwereld. Het is doorzichtig en laat licht door. Achter het hoornvlies ligt de iris (het regenboogvlies) met de pupil en de ooglens. Tussen het hoornvlies en de iris vinden we de voorste oogkamer. Deze is gevuld met oogvocht dat we kamerwater noemen. Achter de iris ligt de achterste oogkamer. Hier wordt het kamerwater aangemaakt dat via de ooglens en de pupil naar de voorste oogkamer geleid wordt. Het voorziet de ooglens en de pupil van voeding en zuurstof.
Aan de rand van de voorste oogkamer vinden we de kamerhoek. Hierin ligt het afvoersysteem van het kamerwater dat bestaat uit een aantal kleine openingen (filters). Het heeft de mooie naam trabekelsysteem en het zorgt ervoor dat het kamerwater afgevoerd wordt naar de bloedbaan. (Kamerwater is dan ook geen traanvocht.) Als dit afvoersysteem niet goed werkt, stijgt de hoeveelheid kamerwater en dus de druk in het oog.
De oogzenuw (nervus opticus) loopt van de achterkant van de oogbol naar de hersenen. Het stuurt de informatie van datgene wat we zien, naar het ziencentrum in onze hersenen. De oogzenuw bestaat uit meer dan een miljoen kleine zenuwvezels.
Oogdruk
Door een contante aanmaak van kamerwater wordt het oog ‘op spanning’ gehouden. Zo blijft het oog mooi rond. Is de hoeveelheid aan- en afvoer van kamerwater in evenwicht dan ligt de oogdruk tussen de 10 en de 22 mmHg.
De verschillende vormen van glaucoom
Er zijn diverse vormen van glaucoom bekend. We beschrijven hier de meest voorkomende.
Primair open kamerhoek glaucoom
Primair open kamerhoek glaucoom is de vorm van glaucoom die het meeste voorkomt bij mensen boven de veertig jaar. Hierbij is de afvoer van kamerwater – het trabekelsysteem – inwendig verstopt, waardoor de oogzenuw in de knel komt en langzaam afsterft. Het gezichtsveld neemt af, te beginnen aan de randen (de periferie). Door een vroege constatering kan een verhoogde oogdruk met medicijnen verlaagd worden. Helaas is al ontstane schade aan de oogzenuw onomkeerbaar. Om glaucoom te voorkomen, wordt iedereen boven de veertig aangeraden om regelmatig de oogdruk te laten meten. Dit kan eenvoudig bij een opticien.
© National Eye Institute,
National Institutes of Health
Acuut glaucoom
Acuut glaucoom ontstaat, en de naam zegt het al, in een hele korte tijd en komt vooral voor bij mensen boven de zestig. De oorzaak is een naar voren bollende iris die in de voorste oogkamer de kamerhoek blokkeert. Het kamerwater kan niet weg, maar wordt wel vanuit de achterste oogkamer aangevoerd. Het oog pompt zich zo als het ware op, waardoor een flink verhoogde oogdruk ontstaat, vaak boven de 50 mmHg. Klachten treden heel plotseling op en bestaan uit hevige hoofdpijn, wazig zien, een rood oog, een starre pupil, misselijkheid en braken. Acuut glaucoom vereist een snel ingrijpen. Door het maken van een opening in de iris, kan het kamerwater weer afgevoerd worden.
Aangeboren glaucoom
Aangeboren glaucoom is een heel zeldzaam voorkomende vorm van glaucoom. Het is al vanaf de geboorte aanwezig en komt door een aangeboren defect aan het trabekelsysteem.
De behandeling van glaucoom
Beginnend glaucoom kan behandeld worden met oogdruppels, die meestal levenslang gebruikt moeten worden. Ze verminderen de aanmaak van kamerwater of ze stimuleren juist de afvoer ervan.
Als oogdruppels niet voldoende helpen, kan een laserbehandeling uitkomst bieden. Met behulp van een laserstraal wordt de afvoer van het kamerwater verbeterd.
Als beide behandelingen niet afdoende zijn, zijn er eventueel nog operaties mogelijk. Zo kan er een luikje gemaakt worden in het afvoerkanaal (trabeculectomie) of er kan een stent (buisje) geplaatst worden. In sommige gevallen kan ook een staaroperatie helpen, waarbij er door verwijdering van de ooglens meer ruimte ontstaat in de voorste oogkamer.
Voor meer informatie over de werking van het oog, lees je de blog Staar of cataract.