Lymfeklierkanker, wat ook maligne (kwaadaardig) lymfoom wordt genoemd, is een vorm van kanker die ontstaat door een abnormale groei (woekering) van lymfocyten oftewel witte bloedcellen. Deze witte bloedcellen spelen in een normale situatie een belangrijke rol bij het bestrijden van ziekteverwekkers in ons lichaam, ze maken deel uit van ons immuunsysteem.
Er bestaan drie soorten lymfocyten: B-lymfocyten, T-lymfocyten en natural killers (NT-cellen). Iedere soort heeft een specifieke functie binnen het immuunsysteem. De B-cellen produceren antistoffen, bedoeld voor de uitschakeling van virussen en bacteriën. De T-cellen sturen de B-cellen aan. Ze hebben een geheugenfunctie, waardoor ze ziekteverwekkers snel kunnen herkennen. De NT-cellen ruimen alle cellen in het lichaam op die beschadigd of dood zijn. Dit doen ze met behulp van een specifiek enzym. Lymfocyten komen in grote hoeveelheden voor in de lymfeklieren, maar ook in het bloed, de milt, het beenmerg en in de keelholte.
De lymfeklieren, die onderdeel zijn van het lymfevaatstelsel – het afvoersysteem van het lichaam – zijn dé zuiveringsstations waar het daadwerkelijke onschadelijk maken van ziekteverwekkers plaatsvindt. Ze bevinden zich in de nek, de oksels, de liezen, langs de luchtpijp, bij de longen en in de buikholte.
In sommige gevallen kunnen lymfocyten ongecontroleerd gaan delen en meestal ontstaat dan een opeenhoping van deze cellen in de lymfeklieren. Deze klieren gaan hierdoor opzwellen. Dit gebeurt in Nederland tussen de 3000 en de 4000 keer per jaar. In de meeste gevallen wordt er dan lymfeklierkanker geconstateerd.
Een diagnose lymfeklierkanker hoort in Nederland tot de tien meest gestelde kankerdiagnoses per jaar. Het komt dus relatief ‘vaak’ voor. Nu bestaat er niet slechts een enkele diagnose lymfeklierkanker; er bestaan meer dan dertig verschillende soorten, waarvan de meeste ontstaan door een ontsporing van B-lymfocyten.
Lymfeklierkanker is als aandoening voor het eerst beschreven in 1832 door een Engelse arts genaamd Thomas Hodgkin. Hij is hierdoor ook de naamgever geworden. Het wordt grofweg ingedeeld in twee groepen; Hodgkin en Non-Hodgkin, waarbij de laatste naam zoveel wil zeggen als dat de vorm van de lymfeklierkanker geen Hodgkin is, maar een andere.
Hodgkinlymfoom
Hodgkinlymfoom is een zeer zeldzame vorm van lymfeklierkanker, die over het algemeen bij wat jongere mensen tussen de 15 en de 30 en bij mannen tussen de 60 en 75 wordt gediagnostiseerd. Dit gebeurt in Nederland zo’n 400 keer per jaar. Bij Hodgkin, waar B-lymfocyten gaan woekeren, treedt er tijdens de celdeling een foutje op waarbij twee stukjes genetisch materiaal per ongeluk van plaats verwisselen. Het gevolg is een nieuwe cel die groter is dan de normale cel en die twee kernen heeft in plaats van één. De cellen heten naar hun ontdekkers: Reed-Sternberg-cellen.
Er bestaan twee varianten van het Hodgkinlymfoom: het klassiek Hodgkinlymfoom (CHL) en het lymfocyten overheersend Hodgkinlymfoom (LPHL). De eerste variant komt het meeste voor, in negen van de tien gevallen, en deze kanker bevindt zich in de nek, oksel en de borst. Hodgkin geeft over het algemeen weinig tot geen klachten, vaak wordt alleen een langzaam groter wordende knobbel waargenomen. Wel worden soms gewichtsverlies, nachtzweten en jeuk gemeld.
Als na diagnosestelling duidelijk is dat het om het Hodgkinlymfoom gaat, hangt het af van het stadium waarin de ziekte wordt ontdekt, hoe een behandeling zal verlopen. Meestal bestaat deze uit een chemotherapie, soms samen met bestraling en immuuntherapie. Heel soms is een stamceltransplantatie noodzakelijk. Gelukkig zijn, vooral bij de jongere mensen, de overlevingskansen gunstig. Negen op de tien patiënten overleeft.
Non-Hodgkinlymfoom
Was het bij het Hodgkinlymfoom duidelijk waar het defect in de celdeling is ontstaan, bij Non-Hodgkin is dit over het algemeen niet zo. Afhankelijk van waar het in de ontwikkeling van een witte bloedcel fout gaat, ontstaat een andere vorm van lymfeklierkanker. Non-Hodgkin wordt wel onderverdeeld in twee groepen; het indolent Non-Hodgkinlymfoom en het agressief Non-Hodgkinlymfoom. Van beide bestaan verschillende varianten. De indolente vormen groeien langzaam en gaan geleidelijk klachten veroorzaken. In de meeste gevallen is deze vorm ongeneeslijk.
De agressieve vorm groeit snel en veroorzaakt ook snel klachten. Een directe behandeling is dan ook noodzakelijk anders is deze vorm per definitie dodelijk. Een van de agressieve vormen is het grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) dat jaarlijks bij zo’n 1500 mensen in Nederland wordt vastgesteld. Bij deze vorm blijven de B-cellen groeien door een fout in het DNA, dat niet aangeeft dat de cellen moeten stoppen met groeien. Waarom dit foutje optreedt, is niet bekend.
Om de juiste vorm van lymfeklierkanker vast te stellen, is het noodzakelijk om lymfeklierweefsel af te nemen dat vervolgens onderzocht wordt. Ook zal er een PET-CT-scan – een onderzoek met radioactief materiaal dat kankercellen in het lichaam zichtbaar maakt – plaatsvinden.
Ben je ongerust over een vergrote lymfeklier neem dan contact op met je huisarts. Als een zwelling in een lymfeklier langer dan twee weken aanhoudt, is het verstandig de oorzaak ervan te laten onderzoeken.
Voor vragen over medicijnen kun je altijd bij je apotheker terecht.