Blaren (bulla), kleine met helder vocht gevulde holtes in of direct onder de bovenste huidlaag, zijn waarschijnlijk bij niemand onbekend. Iedereen loopt in zijn of haar leven altijd wel tegen een aantal blaren op. Een blaar kan op verschillende manieren ontstaan: door wrijving (drukblaar), door warmte (verbranding), maar ook door kou. Als er ook een bloedvaatje beschadigd is, wordt een blaar een bloedblaar genoemd.
Blaren zijn meestal vervelend, maar ze hebben wel een functie; het is een natuurlijke reactie van het lichaam om, via een soort kussentje, het onderliggende weefsel te beschermen.
Hoe ontstaat een blaar?
Een wrijvingsblaar
Een blaar ontstaat als de wat diepere huidlaag, meestal door aanhoudende of druk of wrijving, beschadigd raakt. Dit kan door het lopen op te krappe schoenen zijn, maar ook door het uitvoeren van een langdurig wrijvende handeling, zoals het spelen van tennis. De wrijving zorgt ervoor dat de onderliggende huid kapot gaat, waardoor er vocht gaat lekken. Voordat een blaar zichtbaar wordt, is de huid eerst rood en voelt branderig aan. Is de huid vochtig (door bijvoorbeeld zweten), dan wordt de kans op een blaar groter.
Een brandblaar
Naast wrijvingsblaren, kunnen er ook brandblaren ontstaan. Deze blaren ontstaan door aanraking met vuur, heet water of met een heet voorwerp. Als een brandblaar zichtbaar wordt dan noemen we dit een tweedegraadsverbranding.
Ter informatie:
Bij een eerstegraadsverbranding is de huid rood en pijnlijk, maar is de huid niet kapot. Dit wordt geen brandwond maar een verbranding genoemd (bijvoorbeeld zonnebrand).
Bij een tweedegraadsverbranding wordt onderscheid gemaakt tussen een oppervlakkige en een diepe tweedegraadsverbranding. Bij een oppervlakkige tweedegraadsverbranding is de huid rood en pijnlijk en ontstaan er blaren. Bij een diepe tweedegraadsverbranding is de huid ook vlekkerig roze en rood met witte plekken. Een tweedegraadsverbranding heet een brandwond.
Bij een derdegraadsverbranding is de huid geelwit, bruin of zelfs zwart van kleur en voelt stug. Omdat de zenuwen in de huid beschadigd zijn, is er weinig tot geen pijn meer waarneembaar.
Eerste hulp bij blaren
Wrijvings-/drukblaar
Heb je een wrijvingsblaar die gesloten is, dan is het het verstandigst om de huid gewoon in tact te laten. Dit omdat de blaar vanzelf indroogt en verdwijnt binnen één tot twee weken. Echter als de blaar blijvend pijnlijk is, kan hij worden opengemaakt (doorgeprikt). Omdat er vervolgens heel gemakkelijk een infectie ontstaat, moeten de blaar en de omgeving eromheen, voor het doorprikken goed worden ontsmet. Daarna moet al het vocht er worden uitgedrukt met een steriel gaasje. Verwijder nooit losse huid, maar laat deze zitten en plak de huid af met een daarvoor bedoelde pleister.
Is de blaar al open, desinfecteer de wond dan goed en dek deze af. Is er een bloedblaar ontstaan, omdat er ook een bloedvaatje is beschadigd, prik dan de blaar liever niet door. Omdat er verbinding met een bloedvat bestaat, is de kans op een infectie en dus een wondontsteking, groot.
Brandblaar
Begin bij een verbranding altijd eerst met goed te koelen. Doe dit in ieder geval ruim een kwartier en met lauw, rustig stromend, water. Verwijder kleding etc. direct. Prik een brandblaar het liefst niet door, maar dek deze af met een steriel gaasje. Raak de blaar niet aan als dat niet nodig is. Als een brandblaar heel pijnlijk is, prik hem dan door met een steriele naald (zie instructies veilig doorprikken). Bij hevige pijn kan een paracetamol ingenomen worden. Als er veel of grote blaren ontstaan, neem dan contact op met de huisarts voor advies.
Veilig doorprikken
Een (brand)blaar prik je op de volgende manier veilig door:
- Was goed je handen met desinfecterende zeep
- Ontsmet de huid om de blaar heen met alcohol
- Prik de blaar door met een steriele naald (goed ontsmet of goed verhit)
- Prik zowel aan de bovenkant van de blaar als aan de onderkant
- Vang het vocht op met een steriel gaasje
- Druk al het vocht met een schoon steriel gaasje uit de blaar
- Ontsmet vervolgens opnieuw de huid
- Dek de doorgeprikte huid af met een pleister.
Tot slot
Heb je vragen over blaren of over het doorprikken ervan, stel deze dan aan je huisarts. Voor pijnstillers, steriele verbandmiddelen en ontsmettingsproducten, ga je naar je apotheker.