We schreven er al eerder over in de blog ‘penicilline, het eerste antibioticum’. In dit vervolg lees je meer over problemen die antibiotica kunnen veroorzaken en het negatieve effect dat ze soms hebben op het immuunsysteem.
Tekst gaat verder onder de video
Het immuunsysteem
Ons immuunsysteem of afweersysteem is ons eigen lichaamsverdedigingsmechanisme tegen bacteriën, virussen en andere vervelende indringers die ziek kunnen maken. Je kunt het vergelijken met een leger. In dit geval van witte bloedcellen, T en B leukocyten genoemd. De dodelijke T-leukocyten schakelen geïnfecteerde cellen uit. Hierna maken B-leukocyten antilichamen, zodat een volgende keer dezelfde indringer wordt herkend en heel snel kan worden uitgeschakeld. Het afweersysteem werkt op deze manier zowel tegen bacteriën als virussen. Een bacterie is een levend organisme, een virus is dit niet. Een virus is slechts een heel klein stukje erfelijk materiaal, ingepakt in eiwit. Het gebruikt cellen van levende wezens om dit erfelijk materiaal te laten vermenigvuldigen en het neemt zo de gastheercellen over waardoor men ziek wordt.
Het afweersysteem werkt dus zeer ingenieus en effectief, maar slaagt er niet altijd in een infectie goed te bestrijden. Het toedienen van antibiotica kan dan een oplossing zijn. Tenminste als het gaat om een bacteriële infectie, want antibiotica helpt alleen bij het doden van bacteriën of te zorgen dat de bacterie zich niet meer kan delen waardoor hij uitsterft.
De keerzijde
Helaas zit er aan het gebruik van antibiotica ook een keerzijde. Gebruik je een antibioticum dan doodt dit ook goede bacteriën in het lichaam. Met name bacteriën die in de darmen leven en daar nuttig werk doen. Hierdoor kan een normale darmwerking worden aangetast en ontstaat bijvoorbeeld diarree. Je immuunsysteem, dat direct in verbinding staat met je darmen, krijgt ook een klap. Met name dat deel van je afweer dat je weert tegen schimmelinfecties. Gebruik je vaak antibiotica dan kan de schade toegebracht aan de goede bacteriën blijvend zijn.
Antibiotica worden nogal eens gezien als de oplossing bij iedere infectie, echter zodra de oorsprong van een infectie geen bacteriële is, zijn ze niet effectief. Antibiotica werken dus ook niet tegen het coronavirus dat nu (2020) wereldwijd mensen ziek maakt en waar veel – vaak oudere - mensen aan sterven.
Virus
Om een virus te bestrijden is een vaccin nodig, een middel dat hele kleine delen van het virus bevat, waartegen het immuunsysteem (met behulp van die bovengenoemde B-leukocyten) bescherming kan opbouwen. Slik je in het geval van een virus toch antibiotica, word je hier niet beter van, maar krijg je wel andere klachten, zoals diarree, schimmelinfecties en misselijkheid. Dit omdat die goede bacteriën worden aangevallen. Ook draag je met veelvuldig gebruik van antibiotica bij aan het ontstaan van resistente bacteriën. Dit zijn bacteriën die in hun genetisch materiaal iets veranderd zijn, waardoor ze ongevoelig zijn voor gangbare antibiotica. Inmiddels zijn er diverse bacteriën, waaronder vormen van de staphylococcus aureus (MRSA) die hierdoor een bedreiging vormen.
Het is soms lastig of een infectie veroorzaakt wordt door een bacterie of een virus. Sommige infecties kunnen namelijk door allebei veroorzaakt worden en de verschijnselen lijken ook nog eens op elkaar. Alleen een arts kan in deze besluiten of een antibioticum een oplossing kan zijn. Denk altijd goed na of een antibioticum je gaat helpen, of dat uitzieken ook een optie is. Krijg je antibiotica voorgeschreven, maak dan altijd de kuur helemaal af, ook al zijn de klachten verdwenen. Sommige bacteriën zijn anders nog niet dood en kunnen zich wapenen door zich in een ietwat andere vorm opnieuw te vermenigvuldigen.