Een hernia betekent letterlijk een uitstulping van weefsel of van een orgaan uit een lichaamsholte. Er zijn een aantal verschillende soorten hernia’s, waaronder een liesbreuk, een navelbreuk en een hernia diafragmatica, oftewel een uitstulping van het middenrif. Als we echter in de volksmond over het hebben van een hernia praten, dan bedoelen we meestal een hernia nuclei pulposi (HNP): een hernia van een tussenwervelschijf. Deze herniavorm komt voor in de wervelkolom (in de rug of nek) en kan voor heel veel klachten zorgen. Je leest in deze blog meer over de herniavorm en over wat er aan te doen valt, als je een hernia blijkt te hebben.
De wervelkolom
Voordat we wat meer vertellen over de hernia, beginnen we eerst met een stukje anatomie van de wervelkolom. Onze wervelkolom bestaat uit 34 wervels, waarvan er een deel aan elkaar gegroeid zijn. Zo hebben we zeven nekwervels (C1 – C7), twaalf borstwervels (T1 – T12), vijf lendenwervels (L1 – L5), het heiligbeen; vijf aan elkaar gegroeide wervels (S1 – S5) en het staartbeen, met wederom vier of vijf aaneen gegroeide wervels. Om te kunnen bewegen, zijn de wervels, behalve de twee bovenste, de Atlas (C1) en de Axis (C2), gescheiden door tussenwervelschijven. 24 in totaal.
Een tussenwervelschijf bestaat uit een omhulsel van kraakbeen en een middengedeelte van een soort gelei dat nucleus pulposis wordt genoemd. Alle wervels vormen samen gestapeld een buis (kanaal), waardoorheen het ruggenmerg loopt. In dit ruggenmerg bevinden zich onder meer 31 ruggenmergzenuwen en het hersenruggenmergvloeistof. Als er een te grote belasting op de tussenwervelschijf komt te staan, kan deze scheuren en kan de geleiachtige substantie naar buiten stulpen. Die uitpuilende kern kan vervolgens op een zenuw drukken die tussen de wervels door uit het wervelkanaal komt.
Een hernia in de rug of nek
Er zijn twee locaties in de wervelkolom waar hernia’s in de meeste gevallen voorkomen. Zo bevindt ongeveer 90 procent van de hernia’s zich laag in de rug, ergens tussen de derde (L3), vierde (L4) of vijfde (L5) lendenwervel of tussen de L5 en het heiligbeen. Tien procent van de hernia’s zitten in de nek. Dat dit er zoveel minder zijn, heeft te maken met het feit dat op de nek in het algemeen minder druk staat dan op de lage rug. Een nekhernia zit meestal tussen de vijfde en de zesde nekwervel (C5-6) of tussen de zesde en de zevende (C6-7). Helemaal boven in de nek komt een hernia niet voor. Dit omdat er tussen de eerste twee nekwervels geen tussenwervelschijven zitten.
Een hernia komt vooral voor bij mensen in de leeftijd tussen twintig en zestig jaar en is vaak een gevolg van een aangeboren zwakte in de tussenwervelschijf. Hernia’s komen in sommige families meer voor dan in andere. Rond het zestigste levensjaar is bij de meeste mensen de gelei in de tussenwervelschijven ingedroogd en zijn de wervels wat verzakt. Uitpuilen van de gelei is dan niet meer mogelijk.
Niet iedereen met een hernia ervaart pijnklachten, omdat een hernia niet altijd op een zenuw drukt. Is dit wel het geval dan hebben de meeste mensen met name (hevige) pijn in het been, vooral in zittende positie. De pijn wordt erger tijdens hoesten, niezen en tijdens toiletgang, vooral als er geperst moet worden. Ook kan het been slapend of doof aanvoelen, kan een klapvoet optreden en kunnen bewegingen steeds stijver worden. Als de druk op de zenuw heel groot is en als de zenuw afgeklemd wordt, kan de spierkracht in het been verminderen en kan er zelfs een verlamming optreden.
Behandeling
In de meeste gevallen verdwijnt een hernia binnen een paar maanden vanzelf. In de tussenliggende periode kunnen pijnstillers, zoals ibuprofen of diclofenac, gebruikt worden. ook kan soms fysiotherapie of manuele therapie helpen om de klachten te verminderen. Als de klachten niet verdwijnen, als er verlammingsverschijnselen optreden of als iemand ineens niet meer kan plassen, kan een operatie een oplossing zijn. Echter kleven er aan een herniaoperatie ernstige nadelen. Zo kan er onder meer littekenweefsel rondom de zenuwstructuren ontstaan, wat vervolgens leidt tot blijvende pijnklachten. Een operatie wordt tegenwoordig dan ook nooit meer zomaar uitgevoerd.
Ervaar je klachten in je been en/of voet of een uitstralende pijn in je arm en denk je aan een hernia? Ga dan naar je huisarts. Deze kan je doorverwijzen voor een röntgenfoto waarop een hernia in de meeste gevallen zichtbaar gemaakt kan worden. Heb je vragen over pijnstillers, neem dan contact op met je apotheker.