Incontinentie is een aandoening waarbij iemand zijn of haar urine of ontlasting niet kan ophouden. Het is een aandoening die veelvuldig voorkomt; alleen al in Nederland hebben er meer dan 3,5 miljoen mensen mee te maken. Dit zijn zowel mannen als vrouwen, alhoewel reclames voor incontinentiemateriaal soms anders doen vermoeden. Kort door de bocht zijn er twee vormen van incontinentie te onderscheiden: urine-incontinentie en ontlastingsincontinentie.
Urine-incontinentie
Normaliter wordt er bij een volle blaas een signaal afgegeven dat het tijd is om te gaan plassen, zolang geen gehoor gegeven wordt aan dit signaal, zorgt de sluitspier ervoor dat de urine in de blaas blijft. Bij urine-incontinentie zijn er problemen met de controle over de sluitspier van de blaas. Hierdoor verliest iemand ongewild urine. Er zijn verschillende vormen van urine-incontinentie. Zo kan er sprake zijn van een overactieve blaas (OAB), van inspannings- of stressincontinentie, van aandrangs- of urge-incontinentie, maar ook van urineretentie, overloopincontinentie of van gemengde incontinentie.
Een overactieve blaas (OAB)
Mensen die last hebben van een overactieve blaas, hebben geen goede controle over hun blaas, omdat hun blaasspier ongecontroleerd samentrekt. Hierdoor kunnen ze over het algemeen niet zelf bepalen wanneer er geplast wordt. Een overactieve blaas leidt tot heel vaak moeten plassen, omdat er steeds aandrang is en/of tot matig tot ernstig urineverlies. Een overactieve blaas komt zowel bij vrouwen als bij mannen voor . Een vergrote prostaat en de menopauze vergroten de kans op het ontstaan ervan, maar het is beslist geen normaal ouderdomsverschijnsel.
Aandrangs- of urge-incontinentie
Bij aandrangs- of urge-incontinentie heeft iemand last van een plotselinge, zeer dwingende aandrang tot plassen. Dit komt omdat de blaasspier onverwachts samentrekt. Meestal lukt het dan niet meer om op tijd het toilet te halen, want zodra de aandrang gevoeld wordt, treedt urineverlies op. Vaak stroomt de blaas dan in één keer leeg.
Inspannings- of stressincontinentie
Inspannings- of stressincontinentie kenmerkt zich door urineverlies op het moment dat er druk op de blaas komt te staan, zoals bij hoesten en niezen. Ook tillen, rennen of springen, verhogen de druk in de blaas. De sluitspier heeft problemen met deze ineens verhoogde druk en lekt vervolgens urine. Deze vorm van urineverlies komt vaker voor bij vrouwen.
Urineretentie
Retentie, betekent letterlijk tegenhouden en iemand die last heeft van urineretentie kan zijn of haar blaas niet volledig legen. Vaak is plassen in het begin heel moeilijk of stopt de urinestraal tijdens het plassen. Mensen met urineretentie moeten vaak kleine beetjes plassen, meestal ook een aantal keer gedurende de nacht.
Overloopincontinentie
Als een blaas te vol wordt, kan het voorkomen dat deze gaat overlopen. Dit gebeurt als er te vaak te lang urine wordt opgehouden en de blaas uitrekt en overgevoelig wordt. Deze vorm van incontinentie, die ook druppelincontinentie wordt genoemd, ziet men met name bij mannen op leeftijd met een vergrote prostaat.
Er bestaat ook gemende incontinentie. Er is dan sprake van zowel aandrangs-, als inspanningsincontinentie. Deze gemengde vorm komt weer vaker voor bij vrouwen.
Ontlastingsincontinentie
Ontlastingsincontinentie komt veel minder vaak voor dan urine-incontinentie. Toch zijn er naar schatting meer dan 100.000 mensen in Nederland die er in meer of mindere mate last van hebben. Er bestaan twee vormen van ontlastingsincontinentie, namelijk ontlastingsverlies en anale incontinentie.
Ontlastingsverlies heet ook wel fecale incontinentie, Bij deze vorm van incontinentie verliest iemand ongewild vaste of vloeibare ontlasting. Bij anale incontinentie verliest men niet alleen ontlasting, maar kunnen ook winden niet worden tegengehouden.
Aan het einde van de dikke darm, in de endeldarm, wordt onze ontlasting tijdelijk opgeslagen, Als de endeldarm vol is, wordt er een signaal aan de hersenen afgegeven dat het tijd is om naar het toilet te gaan. Dit voelen we als aandrang. Om onze ontlasting tegen te houden, beschikken we over twee sluitspieren (kringspieren). Dit zijn een inwendige en een uitwendige en die laatste wordt de anus genoemd. Soms is de anus beschadigd of verslapt of is er sprake van een verzakking van de endeldarm. Hierdoor kan deze spier de ontlasting niet of niet goed meer tegenhouden, waardoor ongewild verlies optreedt.
In een aantal gevallen is er met medicijnen, een operatie of een bekkenbodemspiertraining, een oplossing voor incontinentie te vinden. Dit is echter niet altijd het geval, waardoor er regelmatig een toevlucht gezocht moet worden in speciaal incontinentiemateriaal.
Tot slot
Heb je vragen over incontinentie en over mogelijke oplossingen, stel deze dan aan de huisarts. Voor vragen over medicatie kun je altijd terecht bij de apotheker.