In de nacht van zaterdag 28 op zondag 29 maart is het weer zover, dan gaat om 2 uur ‘s nachts de klok in grote delen van Europa een uur vooruit en is de zomertijd (officieel DST; Daylight Saving Time) voor de 39ste keer een feit. Maar waarom doen we dit eigenlijk?
Tekst gaat verder onder de video
Het aantal zonuren per seizoen
We weten allemaal dat de mens al sinds de Oudheid zijn dagelijkse bezigheden op de stand van de zon baseert. In die tijd werd de periode waarin het licht was, verdeeld in twaalf ‘uren’, ongeacht de lengte van de dag. Zo kon het voorkomen dat een uur in de zomer 75 minuten duurde, terwijl het in de winter slechts 44 minuten telde. Vanaf de Middeleeuwen werd de duur van een uur precies vastgesteld op 60 minuten en daarnaast telde een etmaal voortaan 24 uren, waardoor het aantal zonuren verschilde per seizoen. Dit leverde vooral problemen op in de winter, als de zon al vroeg onder ging. Zo berekende de Amerikaan Benjamin Franklin dat de bevolking van Parijs in één winter maar liefst 32 miljoen kilo kaarsvet verspilde door ´s avonds wakker te blijven. Hij beweerde dat het veel goedkoper zou zijn als mensen bij zonsopkomst uit bed kwamen, om vervolgens tegen het einde van de middag, bij zonsondergang, weer te gaan slapen.
Kolen sparen
Een echt pleidooi voor instelling van een zomertijd kwam in 1895 van de Nieuw-Zeelander George Hudson die in tegenstelling tot Franklin niet het ritme van de mens wilde veranderen, maar simpelweg de tijd wilde aanpassen. Eenzelfde voorstel werd twintig jaar later ook gedaan in Engeland, maar pas tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er voor het eerst in een aantal landen een zomertijd ingevoerd om ‘s avonds kolen te besparen. Dit bleek echter zo impopulair onder de bevolking dat de meeste landen de zomertijd na de oorlog weer afschaften, waarna ze het in de Tweede Wereldoorlog opnieuw instelden. Nederland handhaafde na de Eerste Wereldoorlog wel de zomertijd, maar besloot deze na afloop van de Tweede Wereldoorlog in 1946 alsnog af te schaffen. De energiebesparende maatregel werd vervolgens in 1977 opnieuw ingevoerd naar aanleiding van de oliecrisis van daarvoor.
Tussen keerkringen en poolcirkels
In de wereld zijn er maar 70 landen die zomer- en wintertijd hanteren. Zomertijd heeft namelijk alleen nut tussen de keerkringen en de poolcirkels omdat de lengte van de dagen in de tropen niet genoeg varieert en de beide polen geen nacht kennen. Zomertijd heeft behoorlijke nadelen voor de landbouw en veeteelt. Planten en dieren hebben hun eigen biologische ritme en koeien kunnen niet ineens een uur eerder melk geven. Ook planten gaan op de zonnetijd af, niet op de zomertijd. En wij, als mens, schakelen ons elk jaar twee keer om en passen ons ritme aan, de een wat gemakkelijker dan de ander. In maart doen we dit wel voor langere tijd dan in oktober: de zomertijd duurt zeven maanden, de wintertijd, onze ‘echte’ tijd, maar vijf.
De invloed op ons welbevinden
Ondertussen blijkt dat de zomertijd veel meer invloed op ons slaap- en dagritme en dus onze gezondheid te hebben dan vroeger werd gedacht. Onderzoek van de Universiteit Groningen en de Ludwig-Maximilians-Universität in München heeft uitgewezen dat het dagritme van het menselijk lichaam, dat onder meer onze slaap aanstuurt, heftig reageert op het ingaan van de zomertijd. Ons dagritme bestrijkt ongeveer 24 uur, maar schommelt omdat het zichzelf steeds bijstelt. Dit gebeurt hoofdzakelijk via licht. In de wintertijd loopt ons ritme gelijk met de licht-donkercyclus, maar in de zomertijd niet. In die periode slapen we minder en het is zelfs bewezen dat de kwaliteit van onze slaap gedurende de zomer bij velen van ons afneemt. Dit gebeurt vooral bij avondmensen. Avondmensen zijn mensen die over het algemeen ’s ochtends wat moeilijker op gang komen en pas later op de dag actief worden. Zij gaan over het algemeen ook later naar bed, omdat hun natuurlijke ‘slaapdrang’ zich pas later inzet. Door de zomertijd worden ze gedwongen eerder op te staan, maar hun biologische klok vertelt niet dat ze dan ook eerder naar bed moeten. Hierdoor slapen avondmensen in de zomertijd per nacht gemiddeld 74 minuten korter dan dat goed is voor hun gezondheid. Dit tekort aan slaap leidt tot concentratieproblemen, een lagere productiviteit en bij een aantal zelfs tot een depressie.
Eenieder die zich in de zomer dus minder uitgerust, lusteloos of zelfs depressief voelt; het zou zomaar eens aan de klok kunnen liggen. Voor menigeen is een tabletje met melatonine voor het slapengaan een uitkomst. Ook kan het gebruik van een voedingssupplement met aminozuren helpen een depressie de baas te blijven. Hiermee help je op natuurlijke wijze je lichaam een beetje.