Recent onderzoek, onder andere door Kevin Hall, onderzoeker bij het NIDDK (National Institute of Diabetic, Digestive and Kidney Diseases) wijst uit dat het tellen van de hoeveelheid calorieën in producten die je eet niet volstaat om je gewicht op peil te houden of om af te vallen. In onze westerse wereld is overgewicht een welvaartsziekte. Meer dan de helft van de Nederlandse volwassenen is te zwaar en zelfs 15% heeft obesitas. We schreven al eerder in de blog ‘Een gezond gewicht’ dat we collectief te veel, te vet en te zout eten. Hierdoor lopen we naast te zwaar worden ook risico op het krijgen van hart- en vaatziekten, suikerziekte en verschillende soorten kanker. Onderzoekers waren benieuwd waarom juist in de westerse wereld mensen te zwaar worden en waarom het aantal mensen wat dit betreft met het jaar toeneemt.
(Ultra) bewerkt eten
Nagenoeg al het eten wat we anno 2020 consumeren, is bewerkt. Deels omdat dat belangrijk is voor de houdbaarheid, de veiligheid en de duurzaamheid ervan, maar ook omdat we in een snelle maatschappij leven waarin gemaksvoedsel, producten waar we voor bereiding niet al te veel tijd in hoeven te steken, een uitkomst is. Onder (ultra) bewerkt voedsel verstaan we voedsel waarin de oorspronkelijke ingrediënten niet meer als zodanig te herkennen zijn. Kevin Hall en de zijnen hebben onderzocht of het eten van al dit bewerkt voedsel bijdraagt aan gewichtstoename.
Hap-slik-weg
Twee groepen mannen verbleven een maand lang intern in zijn onderzoeksinstituut. De ene groep at twee weken alleen maar bewerkt voedsel, terwijl de andere groep voornamelijk onbewerkt voedsel at. De twee weken daarop werden de groepen omgedraaid. Ieder kreeg drie maaltijden per dag en enkele tussendoortjes te eten. De producten in beide groepen waren gelijk aan hoeveelheid calorieën, vet en suiker en de smaak van alle producten werd bestempeld als lekker. Men mocht van alles net zoveel eten als dat men wilde. Wat bleek? Na twee weken was de volledige groep die bewerkt voedsel at gemiddeld een kilo aangekomen en de andere groep een kilo afgevallen. In de volgende twee weken draaide dit gegeven om en waren de resultaten opnieuw dat de groep die bewerkt eten at, was aangekomen.
De mannen in de ‘bewerkte groep’ gaven aan meer hongergevoel te ervaren en minder verzadiging, waardoor de behoefte om meer te eten groter was. De conclusie die hieruit wordt getrokken, is dat de hoeveelheid calorieën niet alleen bepalend is voor de hoeveelheid eten die je tot je neemt. Het blijkt de verhouding tussen suikers, onoplosbare vezels en verzadigd vet te zijn. In bewerkt voedsel behoren de (toegevoegde) suikers tot de groep van de snelle koolhydraten. Hierdoor ontstaat een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel maar vrijwel direct ook weer een daling, waardoor opnieuw trek ontstaat.
Daarnaast hoeft men op bewerkt voedsel veel minder te kauwen. Het is zelfs vaak een kwestie van hap-slik-weg. Hierdoor eet men veel sneller en wie snel eet, ervaart minder snel een verzadigd gevoel. Dit komt omdat het eten te kort in de mond verblijft, waardoor de smaaksensatie ook maar kort duurt en een hongergevoel aanhoudt.
Willen we afvallen op basis van calorie-inname dan is het dus zaak zo min mogelijk bewerkt voedsel te eten en op datgene wat we eten uitgebreid te kauwen.