De afgelopen weken was het flink in het nieuws; de uitbraak van mazelen in delen van Nederland en dan vooral in de regio Eindhoven. Mazelen is volgens het RIVM (Rijksinstituut Voor Volksgezondheid en Milieu) één van de meest besmettelijke ziekten die er op de wereld bestaan. Het is dan ook de ziekte die wereldwijd leidt tot de hoogste kindersterfte.
Mazelen (morbilli) wordt veroorzaakt door een virus. Dit mazelenvirus is zeer besmettelijk. Het wordt overgedragen via snot en speeksel omdat het virus zich als eerste nestelt in de slijmvliezen van de neus. Meestal begint de ziekte dan ook met verschijnselen die lijken op een flinke griep of stevige verkoudheid, met koorts, hoesten, een loopneus en soms ook met ontstoken ogen. Het afweersysteem van het lichaam treedt vervolgens in werking met de aanmaak van lymfocyten; speciale witte bloedlichaampjes, die op hun beurt geïnfecteerd worden door het virus. Deze geïnfecteerde lymfocyten komen in de bloedbaan terecht, waarna paarsrode vlekjes op de huid verschijnen.
De vlekjes beginnen altijd achter de oren en verspreiden zich via het gezicht uiteindelijk over het hele lichaam. Nog voor het verschijnen ervan zijn er al kleine witte vlekjes zichtbaar op het slijmvlies in de mond. Deze witte vlekjes worden vlekjes van Koplik genoemd. Het verschijnen van steeds meer vlekjes op de huid, die in elkaar overvloeien tot egale rode plekken, gaat gepaard met een tweede ronde van hoge koorts.
In de meeste gevallen geneest mazelen binnen een dag of tien, omdat het eigen immuunsysteem dan voldoende antistoffen heeft aangemaakt. Maar in een aantal gevallen wordt een kind met mazelen heel erg ziek en treden er complicaties op als een longontsteking of een hersen(vlies)ontsteking, soms met de dood tot gevolg. Ook kan een mazeleninfectie leiden tot een tekort aan bloedplaatjes en heel soms treedt een zeldzame vorm van hersenontsteking op. Deze ontsteking uit zich pas zo’n zeven jaar na een doorgemaakte mazeleninfectie en zorgt ervoor dat iemand eerst gehandicapt raakt en daarna komt te overlijden. Nadat iemand genezen is van het mazelenvirus, blijft het afweersysteem nog een aantal jaar minder actief. Hierdoor is iemand voor langere tijd vatbaarder voor infecties door andere virussen of bacteriën.
Mazelen is een ziekte die in Nederland in principe nog maar heel weinig voorkomt. Dit komt omdat de vaccinatie ertegen is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma van de overheid en wel in het combinatievaccin BMR (bof-mazelen-rode hond) dat twee keer aan kinderen wordt aangeboden. Dit is met veertien maanden en met negen jaar. Door mee te doen met het Rijksvaccinatieprogramma, dat gratis is, worden jonge kinderen in Nederland beschermd tegen verschillende infectieziekten die door een virus of een bacterie veroorzaakt worden.
Rijksvaccinatieprogramma
Het Rijksvaccinatieprogramma bestaat sinds 1957. Vanaf dat moment werd er een vaccin gegeven tegen de ziekte polio, die daardoor in Nederland niet meer voorkomt. Vanaf 1976 wordt er gevaccineerd tegen mazelen en sinds 1987 is dit vaccin opgenomen in de BMR-vaccinatie. Mazelen komt sindsdien eigenlijk niet of nauwelijks meer voor vanwege de groepsimmuniteit die is opgebouwd. Hoe meer mensen immuun zijn, hoe kleiner de kans op verspreiding. Echter de laatste tijd komt mazelen dus toch weer in Nederland voor. Dit is het gevolg van het feit dat er minder ouders kiezen om hun kinderen te laten vaccineren. De redenen waarom deze keuze gemaakt wordt, is niet geheel duidelijk, maar is waarschijnlijk het gevolg van een toegenomen scepsis ten aanzien van vaccineren. Scepsis die is ontstaan tijdens de coronapandemie.
Dit is een zorgelijke ontwikkeling, want als door een afname van de vaccinatiegraad, groepsimmuniteit afneemt, kan een eenvoudig te voorkomen infectie met het mazelenvirus steeds vaker de kop op steken. Met name jonge baby’s zullen de besmetting oplopen, omdat zij nog niet gevaccineerd zijn en na enkele maanden de antistoffen van de moeder uit hun lichaam zijn verdwenen. Komen zij tussen zes en veertien maanden in aanraking met iemand in de omgeving die besmet is, dan kan dat ernstige gevolgen hebben.
Wat is nu precies een vaccin?
De naam vaccin is afgeleid van het Latijnse Vaccinia, de medische benaming voor koepokkenvirus. In de 18eeeuw ontdekte men dat door mensen met een klein beetje koepokkenvirus te besmetten, ze weerstand kregen tegen het pokkenvirus. Een vaccin bestaat uit een drietal bestanddelen: werkzame bestanddelen, hulpstoffen en een kleine hoeveelheid reststoffen. De werkzame bestanddelen zijn in het mazelenvaccin levende verzakte virussen. Zij hebben een speciale behandeling ondergaan waardoor ze na de inenting slechts een lichte infectie veroorzaken. Ze zorgen er wel voor dat het immuunsysteem in werking treedt en antistoffen worden aangemaakt, die het hele leven tegen mazelen beschermen.
Mocht je kind in aanraking zijn gekomen met iemand met de mazelen, als het zelf nog niet is gevaccineerd, dan is het tot 72 uur na dit contact nog mogelijk om alvast een Bmr-prik te krijgen. Neem hierover dan direct contact op met de huisarts of het consultatiebureau. Ga je op vakantie naar het buitenland met een baby tussen de zes en veertien maanden, let dan op. In veel landen komt mazelen voor. Overleg met de huisarts of je kindje eerder een BMR-prik kan krijgen.
Wil je meer weten over mazelen en besmettingsgevaar, neem dan contact op met de huisarts. Voor vragen over medicijnen kun je terecht bij de apotheker.